86 De Voorzitter verleent hierbij het woord aan De heer van Reijen, die wat betreft het rapport niet in herhalingen wenst te treden, noch hierop nader e aantekeningen wil maken, doch alleen naar aanleiding van de reacties op het rapport, speciaal met betrekking tot Sprundel, zijn mening omtrent deze grenswijziging wil toelichten. Hij gaat hierbij van de veronderstelling uit, dat de meningspeiling van Gedeputeerde Staten geen phrase is, zodat het plan van Gedeputeerde Staten geen wijziging meer zou kunnen ondergaan. Hij meent de opvatting als zouden Sprundel en Rucphen reeds met elkaar zouden zijn vergroeid te moeten tegenspreken. Ook al zouden reeds 700 oor spronkelijke bewoners van Sint Willebrord in het kerkdorp Sprundel wonen, vindt spreker geen argu ment tegen de toevoeging van het kerkdorp Sprundel bij Etten. Zodanige vestigingen treft mei ook el ders aan en zijn niet abnormaal. Hij wil hier nog maals benadrukken, dat de toevoeging vangeheel St.Willebrord bij de gemeente Rucphen logisch is; waarbij wordt aangetekend, dat St. Willebrord naar Rucphen is gericht en niet naar Sprundel. Of Hoeven als zelfstandige gemeente nog levens vatbaarheid heeft, behoort volgens spreker door Hoeven zelf te worden aangetoond. De gemeente Etten en Leur wil daartoe gaarne het zijne bijdragen door het afstaan van de wijken Heul en Palingstraat, niet echter de buurtschappen Hoge en lage Donk. Wanneer de grenswijziging alleen St. Willebrord betrof, zou de oplossing er snel geweest zijn, doch Oudenbosch heeft het probleem moeilijk gemaakt. Aangezien Gedeputeerde Staten s raads mening over het gehele plan wensen, merkt hij ten aanzien van het probleem Oudenbosch op, dat deze gemeente naast bloeiende onderwijsinstellingen ook vruchtbare tuin derijen en kwekerijen bezit, terwijl het daarnaast nog industrie wil. Nu zijn er voor industrie-vesti— ging een twee-tal eisen, nl. terreinen en arbeiders. Oudenbosch blijkt noch terreinen noch werklozen te hebben. De vraag rijst of hierin een oplossing moet worden gevonden ten koste van een andere gemeente, baar zijn nu de meest elementaire eisen voor aan trekking van industrie aanwezig? Hij wijst in dit verband op de gemeente Rucphen, waar z.i. geschikte terreinen te vinden zijn voor de woningbouw en de industrie, terwijl aldaar ook voldoende arbeids krachten aanwezig zijn. Zowel Etten, als Rucphen, als Hoeven hebben werklozen en van deze plaatsen gaan vele arbeidskrachten naar elders om er te wer ken. Hij zou dan ook de aantrekking van industrie daar willen zien, waar de eisen voor een vrachtbare vestiging aanwezig zijn. Nu spreker de bestuursproblemen van de gemeente Rucphen voornamelijk ziet in het scheppen van ar beidsgelegenheid voor de inwoners, meent hij, dat in een dergelijk geindustrialiseerd wordende gemeen te de agrarichè bevolking van het kerkdorp Sprun-

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 98