f to worden aangeschaft 72 gEBBdatsfflEOft en dan het gehele crediet aan te vragen, Spreker zegt dat dit de tweede maal is dat een post wordt overschreven ten behoeve van de verbouw!^ van het raadhuis n.l. nog een maal tijdens de tijdelijke raad. De heer van Reilen wil nog eenmaal op deze kwestie terugkomen, voornamelijk in verband met de ver- fiaariing van het raadhuis. Nieuwe stoelen acht hij nog niet nodig. Als men rijk is -aldus spreker kan men zich weelde permit eren; is men arm, ds.% dient men de tering naar de nering te zetten. Zo ook dient de gemeente te handelen. Hij maant aan kalm aan te doen. Wat de lampen betreft, hij acht zich niet voldoende artistiek aangelegd om hun kwaliteiten te kunnen beoordelen. Hij vindt dat met de ene smeed ijzeren lamp kan worden volstaan door deze in hetmidden te hangen en de overige te laten zoals ze zijn. Hij vindt het bedrag van f.300.- voor het boekje burgerschap en burgerzin veel beter besteed, daar het hardig nodig is en hoog tijd wordt dat de mensen op de hoogte zijn met het bestuursrecht en wat daaraan vast zit. De Voorzitter zegt het gedeeltelijk eens te zijn met hetgeen de heer van Reijen zo juist gezegd heeft en gedeeltelijke niet. De heer van Reiien: dat dacht ik wel. De Voorzitter: Wij zitten hier allenjt als Ettenpren bijeen en als katholieken.Wij allen kennen de deken en weten dat, wanneer hij zijn dienst gaat uitvoeren hij zich daarvoor op bijzondere wijze klseëdt om uitdrukking te geven aan het gewichtige en plechtige gebeuren in de kerk. Zo ook moeten wij de sïeer van de raadzaal aanvoelen Wij treden hier op als vertegenwoordiger van het gezag, dat uiteindelijk ook door God is ingesteld, en hieraan uitvoering tegeven willen wij dit es* in een afzonderlijke zaal ingericht naar ons beste vermogen doen plaats hebben, waarmede wij aan de mensen duidelijk trachten te maken dat hier de overheid optreedt. De heer van Reiien: ik ben het hier ook ten dele mee eens. De Voorzitter zegt verder, dat de financiële positie niet al te somber moet worden bekeken. Zolang h,et hem heugt is. volgens de minister van financien de staat van s Rijks kas beroerd, ook in de tijd waarvan wij thans zeggen dat Nederland rijk was,. Zo is het ook met de gemeentelijke financiën.' De heer Dirven oppert het plan om door schenkingen de raadzaal wat op te sieren. "ethouder Eeskens merkt op, dat men op openbarewerken thans weet waar we aan toe zijn; een maand geleden was dit nog niet het geval. üe mislèèding waarin B en W thans zijn ingelopen zal niet meer voor unnen komen. efdenkbeeltvan de heer van Reijen om de ene lamp in het midden te hangen en de rest zo te laten, noemt hij kleinégeestig. We moeten niet vergeten *•8- 17192 1

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 81