49 •S. 17192 1 31. Voorstel van Burgemeester en wethouders met advies der commissie voor de financien inzake ver betering der gemeente woning B.Molenstraat 20 met de VI e juijziging der begroting van het woning bedrijf dienst jaa.r 1950* Voorzitter licht toe dat het hier de woning nabij het voormalige politiebureau in de B.Molen straat betreft. De veranderingen zijn op verzoek van de huurder aangebracht.Door verhoging van de huur worden de kosten door de huurder zelf betaald. De heer Aerts verklaart geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde veranderingen. Maar wel is het hem opgevallen dat sommige dergelijke verbeteringe. wel ter beslissing aan de raad worden voorgelegd, andere b.v* een geval in de dr,Mollerstraat niet. De Voorzitter: het geval van Dijk is in de raad gebracht omdat de huurder het verzoek heeft gedaan aan het gemeentebestuur om de veranderingen on kosten der gemeente te doen aanbrengen en deze in de vorm van verhoogde huur terug te betalen. **et geval waarop de heer Aerts doelt is voor rekening van de huurder zelf geschiedzodat de raad daarover geen uitspraak heeft te doen. De heer Aerts verklaarde met deze uiteenzetting genoegen te nemen. Vervolgens wordt het voorstel van B en I aangenomen en stelt de raad met algemene stemmen de daarop betrekking hebbende VI begrotingswijziging der gemeente dienstjaar 1950 vast. 32.Voorstel van Burgemeester en wethQjj.de.rs met advies der commissie voor de financien tot I.Intrekking van het besluit van 9 Aug.1949 tot wijziging der pfifceente begroting (XVI) en II.tot wijziging der pfiÈeente begroting 1949.XVI opnieuw. De Voorzitter licht toe dat het hier een formele kwestie betreft welke geen nadere toelichting behoeft. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot intrekking der XVI begrotingswijziging 19^9» vastge steld dd. 9 Aug.1949 en tot opnieuw vaststelling dezer wijziging. 33. Voorstel van Burgemeester en wethouders met advies der commissie voor de financien tot vast stelling der XlVe wijziging der gemeente begroting 195° i.v.m. de verbetering van de B.Molenstraat De Voorzitter merkt on dat door Ged. Staten is gewezen op het bezwaar van asohaltering van de weg in verband met de aanwezigheid van waterleiding bui zen.Ook B en I zijn tot deze conlusie gekomen. G.S. maken echter nog meerdere bezwaren waarmede het college het niet eens is. Burgemeester en wethouders zijn van mening dat de B.Molenstraat wel een weg van grote betekenis zal worden waarom door hen een breedte van 7 M is geprojecteerd. Hiervan wordt aan weerszijden 1 M als rijwielpad aangewezen zodat voor het averige verkeer een wegdek van 5 M overblijft.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 56