1 ^7 s. 17192 3e heer van °atenburg zegt, dat hoewel het totaal oegewezen bouwvolume niet groot is, het hem toch leeft verwonderd dat hiervan niets aan Willebrord is oegewezen. Spreker doelt speciaal op de kwestie van Dommelen. De Voorzitter is van mening dat hierover straks beter in besloten vergadering kan worden gesproken. De vergadering gaat hiermede accoord. b) Arbeidsbureau» De totstandkoming van deze bouw was een wa.re lijdens weg -aldus de voorzitter- en het verheugt hem te kunnen mededelen, dat men thans eindelijk tot de bouw is kunnen overgaan. De heer Aalbers vraagt hierover enkele vragen te mogen stellen. Hij vindt het jammer dat deze kwestie niet eerder in de raadsvergadering is gebracht. De openbare aanbefcèeding heeft n.l. reeds op 2 November 19M-9 plaats gehad. Hij vraagt verder waarom niet het rijk bouwt en roor v/at betreft de woning van de schoolarts, niet de scho&lartsendienst. Naar zijn mening gaat het hier om kring- of streekbelangen die door de kring- Df streekgemeenten gezamelijk behoren te worden behartigd. Een andere vraag die spreker stelt is of het rijk c.q. de schoolartsendienst niet garanderen'dat de woningen ook inderdaad door hun functionarissen zullen worden bewoond. Hij denkt hierbij aan opvolgers van de huidige functionarissen die voor keur aan een andere woning geven. De Voorzitter zegt dat de aanbesteding inderdaad on 2 November jl. heeft plaats gehad. Uit de praktijk is gebleken dat de bij de aanbesteding bekende cijfers nimmer defintief zijn en daarin later door het rijk steeds veranderingen worden aangebracht die in de gehele exploitatie onzet wijzigingen kunnen brengen. Zo is inderdaad ook met het arbeidsbureau gevaren. De uiteindelijke rijksgoedkeuring is echter van zeer recnhte datum. In afwachting van die goedkeuring is echter de aannemer op eigen risico met het grondwerk eeeds begonnen. Wat betreft de vraag van de Aalbers of het rijk niet voor de bouw kan zorgen, verwijst de voorzitter naar de langdurige voorgeschiedenis. Zoals bekend had het rijksbureau vanaf ongeveer het begin in de woning A 62 (thans woning van dr,hermans" onderdak gehad. Bij vestiging van dr„Hermans in deze gemeente werd deze woning vrij gemaakt en kon het arbeidsbureau in het Mariahuis worden ondergebracht. Het rijk, met name de rijksgeboxiwen- dienst, oppert hiertegen bezwaar en dreigde zelfs het gewestelijk bureau in Breda onder te brengen. Later kregen we moeilijkheden met de Inspectie voor de Volkshuisvesting#die bezwaren maakte voor het arbeidsbureau tevens woningruimte vrij te maken. Doordat wij hun eis van het bouwen ener duelex woning op het arbeidsbureau inwilligde^kon ten slotte het uiteindelijk plan wor j i xan v.orden opgemaakt

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 54