c
f
^3
- -'<u
*-s. 17192
betrokken instanties beterre resultaten kan bereiken
wordt het praktischer gevonden de bouwvolume-
aanvrage van het gemeentebestuur te laten uitgaan.
Doch hieraan behoort een besluit van de raad vooraf
te gaan tot de bouw der school. Het betreft hier
zuiver een formeel besluit ter besuoediging van
de bouw.
De raad kan zich met deze gang van zaken ver
enigen en stelt met algemene stemmen het in concept
aangeboden besluit vast.
27.Voorstel van Burgemeester en wethqpders met
advies der commissie voor de financien in zake
subsidie aanvraag van
a) de R.K.Vereniging E,H.B.O. te Leur;
b) Jeugdraad Etten-Leur;
c) Sichting L„N.0. der Stadsorganisaties in de
Bisdommen s-Hertogenbosch en Breda met de XI
begrotingswijziging 1950.
De Voorzitter merkt op, dat de E.H.B.O. te Leur
is ondergebracht bij de afdeling van het Wit Gelê
Kruis aldaar en deze van de gemeente een naar zijn
mening zeer ruime gemeentelijke subsidie ontvangt
terwijl zij bovendien over slechts twee gediplo
meerde krachten beschikt. Op deze 2 gronden meenden
B en W afwijzend op het verzoek t.e moeten adviseren.
Ook de commissie voor de financien kon zich hier
mede verenigen»
Wat bètfeft punlj, b meenden B en W met de commissie
voor de financien ofschoon het nuttig streven
van een Jeugdraad erkennend, hierop eveneens af
wijzend dient te worden beslist met het oog op de
slechte financiële toestand der gemeente.
Zij stellen daarom voor aan aanvrager te
berichten, dat de raad niet afwijzend tegenover een
subsidie dtaat, doch dat de vereniging eerst blijk
moet geven van haar levensvatbaarheid.
Wat het verzoek aangaat van de stichting L.O. in de
Bisdommen Breda, en den Bosph menen B en W met de
commissie voor de financien een ander standpunt te
moeten innemen.
"et ambachtsonderwijs neemt in de streek Koord
^rahant nog niet die plaaté in waarop het recht
heeft. De groei van Brabant eist intensieve
industrialisatie doch hiervoor zijn geschoolde
krachten nodig. Om dit te bereiken is bovengenoemde
stichting opgericht die dit voor Noordbrabant zo
belangrèjke probleem zal trachten op te lossen.
Waar echter de belangen van de provincie hierbij
ten nauwste, zijn betrokken, is de commissie voor
de financien van oordeel, dat het gevraagde subsidie
voorlopig voor een jaar zou moeten worden toegekend
en dan nog onder voorwaarde, dat ook de provincie
een financiële bijdrage verleen^.
De vergadering heeft hieraan niets toe te voegen
en besluit conform het voorstel van B en W.
De hierop betrekking hebbende Xle begrotingswijziging
dienstjaar 1950 waarop voor de stichting f.120 ig
uitgetrokken, wordt hiertoe vastgesteld.
I"-'