I
O
D
1
*•8. 17192 1
32
5®. Nota van aanmerkingen van God. Staten gevallen
op de XVI© wijziging der gemeente-begroting dienst
1948, met voorstel van Burgemeester en wethouders en
advies der commissie voor d© financien.
De Voorzitter zegt dat d@ gemaakte opmerkingen
allen van formele aard zijn. In deze begrotings
wijziging was rekening gehouden met de nieuw©
salarisverordening,t#r*$$l G.S. verlangen dat de
oude regeling daarin zou worden verwerkt.
Hij stelt voor aan dit verlangen tegemoet
t® komen, en d© XVI® wijziging conform deze wensen
opnieuw vast te stellen.
Zonder hoofdelijk© stemming wordt daartoe
overgegaan.
6®.Voorstel van Burgemeester en wethouders met
adviss der Commissie voor de Financien tot wijziging
dor verordening op de Opslag- an liggelden.
De voorzitter licht toe dat de voorge telde
wijziging beoogt tegemoetkoming in een bestaand
hiaat. D® onderhavige verordening geldt voor d©
Haven en de Laakse Vaart. Wanneer goederen worden
gelost en aan de oevers worden gestapeld is hiervoor
aan d© gemeente opslag- o± liggeld verschuldigd.
De tekst dezer verordening bedoelt niet dat boeren,
die toevallig lang= genoemde wateren gronden hebben
lig en en b.v. bieten of andere landbouwproducten
niet terstond kunnen vervoeren, liggeld zouden mo©t«i
betalen. Zoals de letter der verordening nu luidt,
zijn zij echter belastingplichtig. D® voorgestelde
wijziging zal aan. d®z@ ongewone toestand een einde
maken.
Geen der leden verlangt hierover het woord zodat
da aangeboden concept verordening met algemene
stemmen wordt vastgesteld.
7e.Voorstel van Burgemeester en wethouders met
advies der commissie voor de financien tot vaxts in
stelling van @en commissie tot herziening van het
uitbreidingsplan.
De Voorzitter voegt aan dit voorstel toe dat tegen
15 April a.s. d© voorlopige schets van het gewijzigd#
uitbreidingsplan van de Planologi ch® dienst kan
orden tegemoet gezien.
B en W waren van oordeel dat voor behandeling
hiervan het gewenst war® dat ©en commissie uit
ds raad zou worden benoemd met een zo gro, t mogelijk
aantal leden n.1.7. Dit zou de procedure wel vereen
voudigen. Andarszijds gevoelt hij o k el voor de
in de commissie voor de financien gedane suggestie
om hiervoor d® gehele raad aan t® wijzen daar het
hier een zeer belangrijk punt betreft.
Da heer van Rei jen is voorstander van aanwijsing
van d© gehele raad. Immers, zegt hij, in een commis
sie van 7 leden, daarbij gerekend B en W, hééft
toch het grootste del van d® raad reeds zitting,
zodat de resterende B leden daar o k nog wel bij
kun en. Spr'©k®r oppert ds veronderstelling, dat
mogelijk dit idea aanvankelijk eigenaardig kan
aandoen, doch hij kan zijn voorstel wel verdedigen.