O O N-S. 17192 28 De Voorzitter komt thans terug op enkele in de laatste raadsvergadering gestelde vragen. 1. Over de al dan niet wenselijkheid der kramerijen op de veemarkt. Een ingesteld onderzoek wees uit, dat deze kramen aan de middenstand geen schade doen. Integendeel. vele huismoeder^ gaan op de marktdagen op stap, omdat het markt is, zonder de bedoeiing aan de kramerijen te kopen. Ze bekijken de artikelen hier en daar maar doen toch hun inkopen in d e winkels. Bovendien kunnen de middestanders uit Etten en ^eur zelf ook een standplaats op de markt bekomen. De heer van Rei jen vraagt of het oordeel gevraagd is van de Ettense georganiseerde middenstand. De Voorzitter: Neen, doch de marktmeester heeft zelf hier en daar geinfünmeerd waaruit bleek, zoals door hem hiervoor is medegedeeld. 2. Personele Belasting. (vraag van de heer Grimberge De voorzitter moet bekennen, dat de personele belasting wordt berekend naar andere tarieven dan door hem werd vermoed. Inderdaad wordt de belasting geheven naar dehuurwaarde 3. dragen van de Heer van Peer: vergadering van heden. "Destijds zijn er 6 woningen uit het bouwvolume 19^9 aan Willebrord toegewezen. Zijn die nu ook voor de woningzoekenden van St.Willebrèrd. Zo ja, hoe komt B en W dan tot de beslissing er een van toe te wijzen aan een gezin van stten dat al 3 keer is afgewezen in de commissie on voorlichting van de secretaris om zekere reden en dat gezin telkens wel als dringend werd voorgedragen als er advies moest worden uitgebracht over de woningen te St. Willebrord. Graag zou ik de zaak toelichten want hier wordt het Willebrordse volk wel een klap in het gezicht gegegeven door deze beslissing en daar zal heel wat wind over los komen niet enkel hier maar nog verder van huis". De voorzitter: De vraag van de heer van *eer heeft mij voor een staatrechtelijke moeilijkheid geplaatst. Zoals bekend is het bestuur der gemeente tweeledig, n.l. het zelfbestuur, grotendeels opgedragen aan B en W en in dit geval is het college verantwoordin schuldig aan de raad en attonomie. Treden B en W als autonoom lichaam op, dat zijn zij aan de raad geen verantwoording schuldig. De woonruimtewet xstHKXilSTsis kent B en W autonome bevoegdheid toe, hetgeen inhoudt dat zij omtrent hun beslissingen in zake woningverdeling geen verantwoording aan de raad verschuldigd zijn.Daarbij komt nog dat deze plaats zich ü&fctermate slecht leent voor het houden van besprekingen. De meeste intieme zaken 9tran bepaalde gezinnen en families worden in de rapporten belicht en het is niet gewenst dat deze aan deopenbaarheid worden prijs gegeven. Hij stelt de vraag of de raad ingelicht wenst te

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 33