0 1 15k terugkomende op opmerking van de heer Dirven, zegt de heer eekens,dat alle landwegen slecht ziin of ze worden onderhouden of niet. Wel ziin enige mensen die in de bijstands regeling te werkgesteld waren, werkzaan geweest op de fietspaden en berm- sloten, zodat deze in behoorlijke staat verkeerden, dammer dat deze fietspaden, welke met dure koolas waren bewerkt, somê na een uur door landbouwers met hun tractor geheel werden vernield* en weer onberijdbaar waren geworden. Het ware wel eens nodig de landbouwers te verzoeken hierop in den vervolge beter te letten. Wat betreft het aantal mensen dat op de wegen en paden, perkten, kan hM mededelen, dat er steeds minstens een man werkzaamds geweest» niet zelden werd er door 5 man tegelijk gewerkt» De heer Dirven vraagt voorts of er niet voor kan gezorgd worden, dat in het najaar het water van de jjegen wordt gehaald. Dit werk acht hij zeer urgent, _6 Ii66r eskens antwoordtdat hiertoe wol opdracht was gegeven. 7 mensen waren er op uitgestuurd om het water af te laten voeren van de wegen. Door omstandigheden was het echter hieruor te laat ge worden. Hij zegt nogmaals toe, dat zulks niet meer gebeuren zal. De heer van Hei1en zegt, dat deze kwestie hem niet bekend was. TJit de gevoerde besprekingen tussen de heren Dirven en eskens is hem gebleken dat inder tijd een stuk weg is weggespoeld. Dat naar aan leiding daarvan een kade is gemaakt, welke door onvoorziene omstandigheden niet ien worden afgemaakt en het euvel zich dus weer kan voordoen.Dat voorts aan de gemeente arbeiders wel de nodige instructies zijn gegegeven, docfe helaas te laat. Het wil hem derhalve voorkomen dat de algehele leiding van Openbare Werken niet deugt. Het niet herstellen van een euvel dat belangrijke schade kan veroorzaken, nag z.i. niet voorkomen. De Voorzitter wijt dit alles aan de gezondheids toestand van de directeur van gemeente-werken, waaro de heer van Heijen opmerkt, dat deze toch niet de gehele zomer is ziek geweest. De heer Dirven meent dat de reden waarom het werk niet op tijd kon klaar komen is gelegen in het feit, dat het benodigde zand werd aangebracht op een tijd, dat het zand zo nat was, dat de grachtwagen daarin wegzakte en men niet bij het werk kon komen. Dergelijke werken, en ook het schouwen van wateri leidingen moeten in het droge seizoen, in de zomer plaats hebben. De Voorzitter zegt ook toe uit het gebeurde lering te zullen trekken en zorg <fie dragen dat herhaling niet zal geschieden» Hierna heeft vaststelling der posten nummer 325 tot en met 330 plaats, Hummer 33l.Onderhoud van waterlossingen enz. De heer Aalbers verklaarde geen toelichting meer te behoeven daar hij deze voldoende heeft verkregen bij behandèeling der vorige posten.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 175