u
«J
*.s. 17192
153
De Voorzitter antwoordt dat het vrij hoge bedrag
ad f.3750.- een gevolg is van de omstandigheid,
dat de wegbermen om de 6 jaren geheel moeten werden
afgestoken. Vermoedelijk dat zulks in 1951 zal
plaats hebben. Het lijkt hem daarom verstandig
deze bedragen te laten staan, "et wil natuurlijk
niet zeggen dat met het werk direct zal worden
begonnen.Het is zelfs mogelijk dat dat dit geheel
afsteken der bermen achterwege b ijft en in dat
geval kan het bedrag op de landwegen worden
overgeschreven. Spreker geeft toe, dat het
begrotings-technisch juister was geweest, indien
deze uitgaven op de Kapitaal Dienst waren gebracht
en in 6 jaren waren afgeschreven. Wanneer aldus
gehandeld was, zou de begroting een ander beeld
hebben vertoond.
De heer Dirtgen verklaart zich tevreden met deze
toelichting en herinnert de voorzitter aan zijn
toezegging, zo nodig, de bedragen voor de bermen
op de landwegen over te schrijven.
Achtereenvolgens worden nu vastgesteld de posten
nummers 323 en 32M-.
Nummer 325. Wegen en Voetpaden.
De heer P.J.Dirven merkt op, dat aan verschillende
wegen de laatste 3 jaren niets meer is gedaan.
Destijds heeft gemeente bestuur aan de Hillekense
polder het onderhoud van de Hillekense weg willen
opdragen, ftet daarvoor gevraagde bedrag vond He
gemeente echter te hoog, waarom zij besloot het
onderhoud zelf ter hand te nemen, met gevolg dat
er thans helemaal niets meer aan die weg wordt
gedaan.
Ook de Vossenbergse straat bevindt zich in een
treurige toestand. In de afgelopen zomer is daarvan
een flink stuk weggeppoeld. Toenterijd is daaraan
niets gedaan. Ongeveer 1^ dagen geleden scheelde
het maar 5 c.m. of er zou weer een aanzienlijk stuk
zijn weggespoeld. Als straks de dooi intreedt
zijn de gevolgen niet te overzien.De gemeente
arbeiders hebben de weg doorgestoken met gevolg
dat het water weggelopen is, echter wan de ene
vaart in de andere. vroeger hebben particulieren
zulks ook gedaan, waardoor aangrenzende landerijen
onder water kwamen te staan. Hij kan niet gelovem
dat B en W daartoe opdracht hebben gegeven.
Hij zou daarom gaarne willen dat de gemeente
arbeiders voor herhaling xbwésh worden gewaarschuwd.
Verder merkt de heer Dirven op, dat andere jaren
steeds 2 mensen op de landwegen werkzaam waren;
thans bemerkt hij daarvan niets meer.
Op verzoek van de Voorzitter deelt de heer Feskens-
wethouder van openbare werken- mede, dat de
gemeente arbeiders wel in opdracht hebben gehandeld,
zulks om te voorkomen dat de gehele weg zou worden
weggespoeld. Op de weg was een kleine kade gemaakt
welke met zand zou worden aangevuld. Door over
grote drukte kon niet over de vrachtauto s worden
beschikt en moest dit werk achterwege blijven.
Hij geeft gaarne toe dat zulks een fout was en
zegt toe dat herhaling van het door de heer Dirven
naar voren gehaalde feit, niet meer zal voorkomep»