O O' 1 5e.Aanbeveling van Burgemeester en wethouders ter benoeming van de leden van de commissie tot wering van schoolverzuim wegens periodieke aftreding. De Voorzitter wijst er op dat in de samenstelling der huidige commissie wijziging moet komen, daar enkele zitting hebbende leden niet meer voldoen aan de bij de wet gestelde eisen o.a. dat de leden ouders dienen te zijn van schoolgaande kinderen» terwijl een van hen, door vertrek naar elders, eveneens niet meer benoembaar is. Jhr.Verhellen zag liever dat in plaats van de heer Tuinstra (hoofd der Christelijke school) een onderwijzer van de R.F.Jongensschool wordt voorgedrageh. De heer Tuinstra immers is een vreemdeling die nog niet op de hoogte is met de plaatselijke toestanden en gewoonten; bovendien is hij te Etten en niet te ^eur woonachtig. De heer Aalbers wil een tegemoetkomende houding aannemen ten opzichte der nieuwe christelijke school en juist daarom iemand van het personeel aan willen wijzen. De heer J.W. van Reilen, acht het aantal leerlingen dezer school zo gering, dat het motief van de heer Aalbers komt te vervpJLlen, ook al hierom, dat aan die school slechts een onderwijskracht is verbonden. De Voorzitter merkt op, dat hier van aanbetaling sprake is en het de leden vrij staat een candidaat te benoemen die hieuop nèet voorkomt, mits men maar rekening gehoudt met de door de wet gestelde restricties. Be heer D.B. van Vleuten meent, dat de commissie td>t wering van schoolverzuim een belangrijke taak te vervullen he eft.Daarom vindt hij het niet kwaad wanneer daarin iemand zitting heeft, die met andere situaties op de hoogte is en van elders afkomstig is Hij acht de aanwijzing van de heer Tuinstra daarom wel goed. Wat dat betreft is hij het eens met Burgemeester en wethouders, doch hij kan zich ook verenigen met Hetgeen de heer van Rei jen en Aalbers resï|>heeft gezegd aangaande hst de betrekkelijk v/einige betekenis in verband met het geringe leerlingen aantal en de tegemoetkomende houding die men ten aanzien der school dient aan te nemen. Tot stemming overgaande blijkt dat van de In stemmen zijn uitgebracht op P.J.M. van den Berg 13 stemmen J.Tuinstra 9 P,Feskens 13 J.Vermeulen 12 P.J. van Batenburg 14- .Verhagen 5 J.Jansen 1 stem zodat met volstrekte meerderheid van stemmen zijn benoemd tot leden der commissie tot wering van schoolverzuim, de heren van den üerg, Tuinstra, Feskens, Vermeulen en van Batenburg. De heren Feskens en van Batenburg, in de vergaderin aanwezig- verklaren hun benoeming aan te nemen. s. 17192 1 r

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 160