133 3e heer van Reiien zegt dat naar zijn mening, een ambtenaar die gaat studeren, niet op de eerste plaats daarbij aan de gemeente denkt, maar overtuigd is dat hij zonder diploma het niet erg ver brengen zal* Daarbij voelde de commissie het als een bezwaar aan dat de binding van jonge ambtenaren met de gemeente niet erg groot is. Trokken nu andere gemeenten maar eenzeldfde lijn, dat was dit bezwaar niet zo groot, en konden deze over en weer van de geldelijke offers pDDfiteren, Maar de meeste gemeenten staan afwijzend tegenover toekenning ener studietoelage, De bewering van de heer Grimbergen, dat een afge wezen candidaat be/st heel goed en vlijftig kan zijn, kan wel waar zijn, maar dan zal die candidaat bij een tweedenoging wel succes hebben. Wanneer hij echter ondanks ijverige studie meerdere raaien stuikelt is het bewijs geleverd dat hij de nodige capaciteiten#niet heeft dat hij ofwel niet kan studeren of wel het vak en de vakstudie hem niet ligt en wordt het tijd dat hij van richting verandert.Daarom wordt het voorstel van de commissie door hem ook juist aangevoeld. De heer Aalbers is het met vorige sprekers niet eens Set gaat bij hem niet over sudie of niet studie maar over het gepresteerde praktisch werk door de volontairs. De heer ürimbergen merkt op dat hetgeen door de van Reijen en hem is gezegd niet parallel loopt met hetgeen door de heer Aalbers wordt geweerd, eze heeft het over vohonèairs terwijl de heer van Rei jen en hij het hebben over ambtenaren met of zonder diploma, waarbij door hem met nadruk wordt gewezen op de wenselijkheid alleen een toelage toe te kennen wanneer de ambtenaar voor minstens 3/^ de cursus heeft doorlopen, Hij zou dan ook willen voorstellen het oorspronkelijke voorstel van B en W in stemming te brengen. Dit voorstel wordt echter biet voldoende ondersteund «dat ^et niet verder behandeld kan worden. De eer Aalbers wil zijn voorstel "f.100 gratificatè aan volontairs" in stemming brengen. De Voorzitter merkt op dat dit niets met het voorstel "studietoelage" te maken heeft maar meer de verordening salalrssen van het secretarie personeel raakt. Hij zegt toe dit nader te zullen bekfjken en stelt voor hierop bij de behandeling van de begroting 1951 nader terug te komen. De heer C.M.Luilkx stelt voor deze kwestie aan het beleid van B en W over te laten. Ten slotte wordt het gewijzigde voorstel van B en W zoals door de commissie voor de financien is geadviseerd, aangenomen. 9e.Voorstel van Burgemeester en wethouders met advies der commissie voor de financien tot het vaststellen van een voorschot ex art.101 wet L.O. aan de nervormde school te eur over het tijdvak 1 September tot en met 31 ^ecember 1950.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1950 | | pagina 152