0
1
n
130
De heer Aarts vraagt of op het aanvraagformulier
het bedrag van het inkomen van het hoofd van het
gezin moet worden ingevuld, dan wel, dat van het
gehele gezin.
e Voorzitter antwoordt dat voor toekenning van een
eventuele vergoeding door de raad vaste normen
zijn aangelegd. Uiteindelijk worden bij de belasting
inspectie gegevens opgevraagd ter vergelijking met
de door de aanvragers opgegeven bedragen. Zoals
bekend is momenteel de belasting administratie nog
jaren ten achter en kan het voorkomen dat de door
haar verstrekte cijfers van oude datum zijn.Vandaar
dat door aanvragers een formulier moet worden inge
diend met gegevens naar de momentele toestand.
De heer Grimbergen is het opgevallen, dat op het
formulier de uitdrukking "aldus naar waarheid
ingevuld" voorkomt. Hij vraagt of dit de mensen
later moeilijkheden kan bezorgen, wanneer is
gebleken dat men het met de waarheid niet zo juist
genomen heeft.
De Voorzitter: Ja zeker, b.v. kan geeist worden
dat het teveel of ten onrechte ontvangen bedrag
moet worden terugbetaald.
De heer Grimbergen zegt dat het hem bekend is, dat
dit speciale geval al onjuiste opgave inhoudt.
Daar wordt gezegd dat een meerderjarig meisje geen
inkomsten is. Hij weet pertinent zeker dat dit
onwaar is.
De heer Aaérts stelt voor deze kwestie in besloten
zitting verder te behandelen.
Waar nog geen namen zijn genoemd, acht de voorzitter
zulks niet nodig.
Jhr.Verheiien merkt op dat de verordening, regelende
de vervoerkosten voor schoolgaande kinderen, is
gebaseerd op artikel 13 der L.O.wet 1920 en deze
vergoeding wordt gegeven voor G.L.O. voor Ulo en
voor v.g.1,0.terwijl het onderhavige geval
vergoeding vraagt voor het bezoeken van een huishoud
school, dus Nijverheidsonderwijs betreft. Hij vraagt
naar aanleiding daarvan of er een verordening is,
die de raad bevoegdheid geeft, ook voor ander"
onderwijs dsflü de 3 door hem genoemde categorien
vergoeding in reiskosten te geven.
De Voorzitter: Ja, inderdaad heeft de raad enkele
jaren geleden de mogelijkheid voor vergoeding uitge
breid ook voor M.O. en N,0. Praktisch wordt dus
vergoeding injé vervoerkosteh toegekend voor nage
noeg alle takken van onderwijs, uitgezonden/voor de
universitaire studie.
De heer J.W.van Rei 1en zegt, dat de kwestie die door
heren Éirts en van trimbergen isjiaar voren gebracht
in de commissie voor de financien ook al eens is
besproken,Toen is gebleken dat dsor de raad alleen
wordt verklaard of de verordening op een bepaald
geval kan worden toegepast, dus zuiver een formele
beslissing. Daarbij wordt de beslissing niet af
hankelijk gesteld van het inkomen, doch alleen
van het feit, of de betrokken leerling een onderwijs
inrichting wil bezoeken, welke in de eigen gemeente
niet aanwezig is.
O ff