:-3T
:.o:
>v
cTs J Ix
Tenslotte wordt er de aandacht op gevestigd, dat het de raad
noodzakelijk voorkomt de toegepaste bebouwing in het landelijk
gebied nader en duidelijker te omschrijven in het plan in hoofd
zaken en wel alsvolgt
a» TEoningen met opstal ten dienst vein
1» Boerenbedrijf en alszodanig kennelijk bestemd, ingedeeld
en architectonisch behandeld.
oppervlakte bouwperceel minstens 1 H.A.
opp.bedrijfsgrond,in eigendom of
pacht,buiten het bouwperceel minstens 4 H.A.
breedte bouwperceel minstens 60 Meter,
afstand tot zijdelingse perceel
grens minstens 5 Meter
inhoud stal en schuur minstens 500 Mj5.
2, Tuindersbedrijf en alszodanig kennelijk bestemd, ingedeeld
en architectonisch behandeld;
waneer de Rijkstuinbouwconsulent ten genoege van Burge
meester en Wethouders een verklaring verstrekt, dat ver
zoeker kan worden aangemerkt als een bona fide tuinder,
die uitsluitend in de tuinbouw voor en zijn gezin*in het
onderhoud kan voorzien.
b. gebouwen met bijgebouwen voor religieuze, culturele of soci
ale doeleinden
afstand tot de zijdelingse perceelgrens minstens J>0 Meter
voor de bijgebouwen minstens 10 Meter
van het perceel mag worden bebouwd hoogstens 1
c» vrijstaande villas of landhuizen met bijgebouwen.
oppervlakte bouwperceel 0.50.00 tot 1 H.A.
van het bouwperceel mag worden bebouwd hoogstens 2
bebouwd oppervlak woning minstens 100 M2
inhoud woning minstens 750 M3
afstand tot de zijdelingse perceelgrens minstens 10 Meter
Burgemeester en Wethouders kunnen toestaan, dat hoogstens
twee woningen worden opgericht als bijgebouwen.
d. vestiging van plaatsjes door landarbeiders, waarbij voldaan
moet worden aan de bepalingen van de landarbeiderswet en
waarbij ten genoege van Burgemeester en Wethouders een ver
klaring moet worden overgelegd van de Rijkslandbouwconsulent
dat verzoeker een bona fide landarbeider is.
e. oprichting van bijzondere gebouwen, al of niet ter bewoning
ingericht, in verband met doeleinden ten algemene nutte.
Yan algemeen nut worden mede geacht te zijn bebouwingen,
waardoor het gemeentelijk belang in economisch, cultureel,
sociaal of histajcisch opzicht wordt gediend.
Wijziging ondergaan derhalve a, c en d, waardoor aan bona-fide
tuinders en landarbeiders de gelegenheid wordt gegeven hun ge
rechte verlangens om vooruit te komen tot ontwikkeling te bren
gen; daarnaast wordt voor villa—bouw voldoende ruimte gelaten,
waarbij dan aan de huidige landhonger zoveel mogelijk wordt te
gemoet gekomen.
Rekening houdend met vorenstaande op- en aanmerkingen zal een
definitieve uitwerking van het plan worden opgesteld en t.z.t.
aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.
Etten, 19 Juli 1950
De Commies van Algemene Zaken
{A.F.M.sterkena)