90
worden weggevaagt. Niets is echter minder waar.
Waarop de heer BKaat interrumpeert: "Waarom willen
wij dan Sprundel?"
De gemeente Etten en Leur vraagt niet om opheffing
van de gemeente Hoeven; zij is zelfs bereid de wij
ken Heul en Palingstraat af te staan. Door het ver
lies van inwoners aan Rucphen en Hoeven wordt de
financiële positie van de gemeente Etten en Leur
vanwege de financiële verhoudigg tussen Rijk en Ge»~
meenten gezien onze positie aid noodgebied no.1
vrij zwak. De gemeente Etten en LEür moet voor dit
verlies een compensatie hebben en meent die gevon
den te hebben in de toevoeging van het kerkdopp
Sprundel. Deze toevoeging is daardoor niet totali
tair te noemen en zeker niet nu wij alle mogelijke
moeiten doen om werkgelegenheid voor onze inwoners
te verkrijgen.
Het voorstel van de heer van Batenburg om Sint
Willebrord los te zien van het gehele plan, ziet
spreker als een ernstig bezwaar. Wij moeten het
plan in zijn geheel zien, omdat wij anders bij de
afzonderlijke behandeling van de twee plannen te
grote verliezen dreigen te lijden.
Tenslotte onderschrijft hij de woorden van de heer
Peskens, waarna hij uit het rapport en de daaruit
gevolgde besprekingen het volgende raadsbesluit
formuleert
De raad der gemeente Etten en Leur;
Gelet op het voorlopig voorstel van Gedeputeerde
Staten van Noord Brabant dd. 24 Mei 1950 G Br. 12041
XVe afdbetreffende wijziging der gemeente-grenzen
in het gebied van OUDENBOSCH-HOEVEN
Gezien het rapport, uitgebracht door de terzake
door hem ingestelde commissie ad hoe dd. 27 JUni 195e
I. a. Juicht toe, dat de bestuursmoeilijkheden voor
Sint Willebrord worden opgelost doordat dit kerkdorj
in zijn geheel tot een gemeente gaat behoren;
b. Verklaart zich ermede accoord dat deze gemeente
de gemeente Rucphen en Vorenseinde zal zijn
c. Spreekt de'wens uit, dat de naam Sint Wille
brord dan voorkomt in die van Rucphen c.a. door het
wijzigen van Vorenseinde in Sint Willebrord.
II. Verklaart ten aanzien van Hoeven dat hij
a. In genen dele vraagt om toevoeging van het
dorp aan zijn gemeente
b. Van oordeel is dat, voor het geval de wetgever
tot de slotsom moscht komen dat het dorp Hoeven
tot een andere gemeente moet gaan behoren, zijn ge
meente de meest aangewezene daarvoor is;
c. Voor het geval dat de gemeente Hoeven aan kan 1
tonen dat het zelfstandig moet blijven, van oordeel
is dat de wijken Heul en Palingstraat bij de ge.
meente Hoeven dienen te worden gevoegd,
III. Maakt volledig tot de zijne de overwegingen
welke de voornoemde commissie ad hoe aan de gevol-
genvan het afstaan van Heul en Palingstraat heeft
gewijd, alsmede de conelusie welke deze commissie
daaruit getrokken heeft, welke overwegingen en con
clusies in hun geheel hierbij worden gevoegd."
met welker formulering de raad met algemene stemmen
accoord gaat.