36 Iets anders is het, wanneer het een woning betreft, waarvan de toestand zo slecht ós, dat zij rijp is om onbewoonbaar verklaard te worden. Hierdoor blijft een woongelegenheid behouden, wat een belangrijke factor is in de huidige woningnoodtijd. Pp hper Feskens verklaart het eens te zijn met vorige onrpVpr Ook hii kan zich met premie toekenning ver- )a nppr s eslcens veruaai ncu cchb üj" mcu vux igt spreker. Ook hij kan zich met premie toekenning ver enigen voor die woningen, die dringend verbetering nodig hebben en daardoor als bewoning gespaard kan blijven In het voorgestelde geval heeft men met verwaarlozing te doen en hij acht het niet verantwoord om voor dergelijke gevallen overheidsgelden te spenderen. Oók dp heer van Vleuten verklaart zich voor toekennin ener bijdrage indien het noodzakelijke herstellingen in die een onbewaanbaarverklaring kunnen voorkomen, informeert hoever de oöderhavige verbeteringen Sr5nheer Piis oordeelt, dat het hier normaal onderhoud betreft n.ll het herstellen van een pomp, van een rietem dak enz. De voorzitter moet bekennen, dat hij met de tehmsche ziide van deze aanvrage niet op de hoogte is.Deze aanvrage heeft de gebruikelijke procedure doorlopen ta nl vanuit de secretarie gezonden naar Wederopbouw ir> dpn Hapg* daar wordt beslist of de verbeteringen ïodie zijn én eerst dan kar. de raad zich uitspreken over&e si of niet toekenning der bijdrage.Daarbij wordt niet gekeken naar de financiële draagkracht van de aanvrager, zodat ook goed gesitueerden voor dergelijke premies in aanmerking kunnen komen. Duidelijk is derhalve, dat de opzet van deze rijks regeling is het verbetren *n weer bewoonbaar maken van woningen te stimuleren. va.n Steen Wijst óp het analoge geval de Kier rfrTJë'ur waardoor juist om de hoofdgebreken, welke aan het pand kleefden,de aanvrager voor een geldelijke bijdrage in aanmerking k^am. hppr Dresens meent dat het geval anders zou komen r i rmTien het een gevorderd huis betrof.Nu ia heer Dresens meeuu UO» it a liggen, indien het een gevorderd huis betrof .Nu wordt een precedent geschapen, waarvan de gevolgen niet zijn te overzien. De Voorzitter neemt deze vrees weg met de mededeling, dat deze premiettekenning is stopgezet en alleen die aanvragen afgewerkt worden, welke vóór 1 Januari 19)49 ziin ingekomen, doch dat wel bijdragen worden ver leend bij splitsing van woningen, die meerdere woongelegenheid geven. ri» hoer Feskens juicht de stopzetting der regeling too*- verbetering van woningen en het stimuleren voor het splitsen ten zeerste toe. Hiermede wordt bereikt dat meerdere woningen beschikbaar komen, terwijl de eerste regeling niets dan onenigheid brengt, daar er -teeds lieden zullen zijn die de achterstand in het normale onderhoud zullen riskeren om straks de kosten van het herstel door deze verwaarlozing nodig geworden, voor rekening van de gemeenschap laten komen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1949 | | pagina 69