67
i\ i
De heer Braat zegt met belangstelling te neooen ge-
luisterd naar het vertoog van vorige spreker. Het
blijkt hem echter dat deze niet geheel op de hoogte
is met de werkelijkheid. Hij vraagt waarom de subsidie
toelage van Etten zou moeten worden verlaagd ten
behoeve van anderen, Eet er zou het zijn de contributie
harer eigen leden te verlagen» of, —zo vraagt hij-
waarom die van ^eur en St.Willebrord niet verhoogd?
De heer Presens wil.het voorstel van de heer vissers,
hetwelk hij zeer reeel en eerlijk noemt, steunen
en wenst voor iedere vereniging een gelijk subsidie
volgens de stelling: gelijke monikken gelijke kappen.
De heer Feskens verklaart zich hiermede eens, doch
vraagt zich af waarom de contributie te Leur niet
even groot kan zijn als te Etten en meent te moeten
opmerken dat de activiteit van het Leurse bestuur
niet zo groot als dat van Etten is.
De hPP-r van Batenburg zegt dat de Willebrordse kruis-
vereniging er niet zo rooskleurig voorstaat. De leden
zijn er stuk voor stuk financieel niet draagkrachtig
en zouden geen hogere contributie kunnen betalen.
De gelden moeten wekelijks worden opgehaald, daar
de uitgaven bij langer wachten te hoog zouden worden
en dit wekelijks opfcaïen brengt weer hogere kosten
mede. Ook hij zou toekenning van ef" subsidie
berekend naar gelijke normen, per lid, ten zeerste
De heer Luiiten verklaart zich voor het voorstel van
de heer Vissers en van Steen om voor alle verenigen
sen gelijk subsidie per lid te geven.
De voorzitter meent, dat de quintensence der zaa
niet wordt geraakt. Men moet in het oog houden
-aldus spreker- waarom subsidie wordt verleend en in
dit geval geschiedt zulks omdat de Wit Gele Kruis-
verenigingen de Overheid ontlasten van werk en daar—
door ook van kosten, waarin moet worden tegemoet
gekomen. Hoe dient zulks nu in dit geval te ge
schieden. Naar het aantal leden, dan wel naar het
gepraesteerde werk. In het laatste geval zou Etten
dat meer services biedt, het grootste bedrag moeten
worden toegekend#
De heer A.Luiikx zegt dat de kwestie van verzekering
der leden tegen t.b.c. meermalen ter sprake is ge
weest doch men telkeru stuitten op het feit, dat de
georganiseerden reeds verzekerd waren, "et aantal
niet georganiseerden is echter zo gering, dat men
niet tot verder onderhandelen is gekomen.
De heer Presens merkt op dat Etten er in alle op
zichten zoveel beter voorstaat en dus vanzelf spreken*
meer en beter werk kan praesteren. Hijt<vindt daarom
toekenning van een subsidie per lid reeeler.
Wethouders van Steen wijst op de promotor van de
Kruisverenigingen, dr.Mol te Etten, aan wie de
Ettense afdeling een zeer grote steun heeft in tegen
stelling met de Leurse dokter, van wie in dit opzicht
geen initiatief uitgaat.
De heer Vissers komt terug op de verwijten die
verschillende leden hier hebben laten horen over
het niet genoeg actief zijn van de afdeling Leur.
c
4
ye CJ. 4-* J. V «JWt^ w - ---- - V-/ W w
T*-1 A m-m rt A It. «4-flO T* TlO I d H fltYl