4-7
het beheer der goederen dient te worden toevertrouwd
aan de leden-deskundigen.
De heer Feskens zegt dat het hem is opgevallen, dat
Leur door de middestand. en de arbeiderspartij is
vertegenwoordigd. Voor Etten heeft zulks nie b plaats
gehad. Hij acht een vertegenwoordiger uit de land
bouwers overbodig daar wethouder Luijkx als zodanig
kan ontreden en tevens als deskundige voor landerijen
en bossen. Voor St.Willebrord geldt deze klacht niet
daar voor dit dorpsdeel 2 arbeiders als cand.idaat
zijn aangewezen.
Dg Iigbï* Dresens vindt» 66n bGstiiwr zondsr 6©n 0GidG^<
vertegenwoordiger uit Etten funest, zulks met het
oog on de grote sociale nood die onder deze groep
der bevolking heerst en stelt daarom voorde heer
Feskens als candidaat aan te wijzen. Immers bij diens
jubileum als voorzitter van de K*A,B. kort geleden
is gebleken, dat deze door jarenlange ondervinding
zeer goed op de hoogte is met de toestande» onder de
arbeiders en het heefiti spreker dan ook ten zeerste
verwonderd, dat d.eze niet ter benoeming is voorge
dragen.
De heer Vissers consts.teert met genoegen dat de re
organisatie van het Burgerlijk Armbestuur thans
een vèldongen feit is geworden*
Ook hij heeft van de voordracht van B en w kennis
genomen en gezien dat ook nu weer, als zovele anaere
jaren, een middenstander-winkelier candidtaat is ge
steld. Hij vindt deze figuur in het bestuur ener
Sociale Instelling voor Hulpverlening onjuist, daar
zulks onbewust tot verkeerde verhoudingen kan leiden
o.a. een zekere dlang kafcn ontstaan bij de bedeelden
om bij deze winkelier hun inkooen te doen in de hoop
daardoor een ruimere bedeling te verkrijgen, aarom
acht hij een lid-particulier hier juister op zijn
plaats. Deze staat immers geheel vrij tegenover de
bedeelden. Ook bevreemdt het hem dat ook nu weer
aanhangers van zijn politieke richting zijn gepas
seerd, iets waartegen hij reeds jaren heeft gevochten
Ook dezen -aldus spreker- genieten het vertrouwen
der mensen. Hij wil daarom voorstellen het ledental
uit te breiden, waarbij dan rekening ware te houden
met een vertegawoordiger van zijn richting en met
een uit de K.A.B,
De heer Braat merkt oo dat zo juist de suggestie
werd gedaan alsof onder de arbeiders de grootste
noden heersen, doch hij verklaart dat deze noden onder
de kleine middenstanders en kleine boeren veel groter
i8/daar voor de arbeiders op sociaal gebied veel meer
wordt gedaan.
De heer Dirven zegt verwonderd te zijn vanaf deze
plaats te moeten horen het voorstel tot uitbreiding
van het ledental daar vroeger steeds werd gaegd dat
in het B.A,bestuur te veel mensen zitting hadden en
zulks te duur was. Ook hij vaklaart dat de sociale
nood onder kleine middenstanders en boeren het
grootst is.
De Voorzitter meent dat de raad zich moet los maken
van de idee van het oude Burgerlijk Armbestuur.Het
zwaartepunt ligt niet meer bij het bestuur, arm- en
wijkmeesters. De opzet is thans dat de mensen zich
wenden tot de afdeling III die de rapporten opmaakt
en normen vaststelt onder toezicht van B en W«