O
y,
grenzende aan de per
celen
grenzende aan d
honden
42
8,Voorstel van burgemeester en wethouders om in orin-
cipe te besluiten tot verkoop van een strookje grond
nabij de Daakse brug aan M, van Caam. K 62, voor de
som van f.2??.-#
De Voorzitter merkt op dat het te verkopen strookje
grond nabij de haakse Vaart/ kadastraal bekend sectie
I no.999 en 1000 door verlegging van de haakse brug
voor het verkeer geen waarde meer heeft en verkoop
daarvan niets in de weg staat. Alvorens echter hiertoe
over te gaan behoort het perceel aan het openbaar
verkeer te worden onttrokken.
Burgemeester en wethouders wilde echter de raad eerst
nol sen over zijn gevoelens ten aanzien van de voorge
stelde verkoop alvorens stappen te doen voor de ont
trekking.
De heer ekens vraagt of M. van Oaam het gehele vrij
gekomen perceel wenst aan te kopen» Mocht dit niet
het geval zijn, dan zou hij willen voorstellen, de
gehele strook aan het openbaar verkeer te onttrekken
daar ook noe andere gegadigden kunnen komen en dan
straks weer 'dezelfde langdurige procedure moet worden
gevolgd.
De heer Pijs ie van meing, dat zulks niet mogelijk is
daar de aangrenzende eigenanen het servituut van uit
weg op dit perceel hebben.
De neer Presens noemt de opmerking van de heer Pijs
juist, doch meent dat dit bezwaar in de koopakte kan
worden ondervangen.
Met algemene stemmen wordt vervolgens conform voor
stel van burgemeester en wethouders besloten de grond
.^percelen sectie I no.999 en 1000 aan het openbaEr
verkeer te ontrekken en te zijner tijd aan. M. van
Oaam te verkopen voor de somma van f.225.-.
9.Voorstel vaa burgemeester en wethouders tot wijzigt
van de hondenbelasting-verordening met diverse
reclames tegen aanslagen dienstjaar 1947*
De Voorzitter meent dat een woord van waardering en
dank voor het werk van de commissie ad hoe voor de
honden hier we1 op zijn plaats is. Zij toch heeft
dit vrij lastige pEDbleem tot een bevredigende op
lossing gebracht met als gevolg: een wijziging der
verordening op de heffing van hondenbelasting, waarbi.n
het zwaartepunt is gelegen bij het vraagstuk "waak
hond". Gezocht is naar een meer objectieve norm voor
dit soort honden en hoewel een juiste omschrijving
hiervan niet mogelijk is -de ministeriele voor
schriften verzetten zich hiertegen- is toch gestreef
naar een juiste indeling. Over het algemeen zullende
van houders, wonende in de kom der gemeente en die
niet aan een bedrijf of zaak behoren, niet als waak
hond worden aangemerktterwijl dit wel het geval zal
zijn ten aanzien van honden welke gehouden worden
onboerderijen en afgelegen woningen.
Na deze toélichting wordt conform het prae-advies van
B en W met algemene stemmen besloten de hondenbelasti
verordening te wijzigen volgens het aangeboden concep
en tevens accoord te gaan met de door de commissie
ad hoe voorgestelde beslissingen betreffende de inge
diende reclames tegen diverse aanslagen hondenbelasti
dienstjaar 1947.
*>-s. 17192 1
1