n
0
34
V
am
r
De beer van Vleuten wijst er op, dat het huis van
van Nijnatten nog steeds niet verbeterd is, ofschoon
dit dringend noodzakelijk is. De eigenaar weigert
om de verbeteringen aan te b rengen. Hij vraagt zich
af waarom dit thans nog niet door de gemeente is
gebeurd.
De Voorzitter antwoord hierop, datjtfintussen een aan
schrijving is uitgegaan, doch dat de gestelde termijn
nog niet verstreken is.
De heer Vissers merkt op dat indertijd door de raad
is besloten 2 woningen te bestemmen voor gehuwde
gemeente ambtenaren. Een van deze ambèenaren is
thans gehuwd, doch de andere niet. Desondanks hebben
B en de woning toch aan deze laatstè toegewezen.
Hij meent dat B en W hierdoor in strijd hebben ge
handeld met het raadsbesluit.
De Voorzitter antwoordt, dat de raad deze woningen
niet op de allereerste pleats
voor gehuwde ambteneren heeft bestemd doch voor de
beide ambtenaren Snijders en van heest, die dit hadde
vEzocht en toen beiden het voornemen hadden om in het
huwelijk te treden» Het motief der bestemming door de
raad was, deze bekwame ambtenaren aan de gemeente te
binden, daar het gevaar lang niet denkbeeldig was,
dat ook dezen zouden woorden weggezogen. De heer van
heest is inmiddels gehuwd, doch het huwelijk van de
heer Snijders is om bijzondere redenen, welke geheel
buiten zijn vrije wil lagen, niet doorgegaan. De
Voorzitter vindt üèt betreurenswaardig en meent dat
het onjuist zou zijn de gedane toezegging thans in
te trekken» Bovendien gaat de heer Snijders hierin
niet alleen wonen, doch B en W hebben goedgevonden
dat de woning mede wordt betrokken door de boekhouder
van de Cambrinus brouwerijen, die thans in het huwe
lijk treedt, zodat met deze bestemming een tweeledig
doel wordt bereikt n.l, een der genoemde ambtenaren
blijvend aan de gemeente te binden, terwijl een
jong gezin aan woningruimte wordt geholpen»
De heer Vissers is door het antwoord van de voor
zitter in het geheel niet bevredigd. "Veel grote ge
zinnen hebben dringend behoefte aan woningruimte,
terwijl hij volhardt bij zijn bewering, dat de raad
de beide woningen voor gehuwde ambtenaren heeft be
stemd.Bovendien zijn er thans gemeente ambtenaren
welke het voornemen hebben om te huwen en niet over
een woning beschikken. B en W hebben naar zijn mening
gehandeld in strijd met het raadsbesluit, zodat hij
dringend in overweging geeft de toegwijzing der
woning aan de heer Snijders alsnog in te trekken.
De heer Presens merkt op, dat wat men ook hieroarer
meent te moeten zeggen, het thans, nu de woning op
punt staat betrokken te worden en de hefc van Staay
reeds ondertrouwd' is, het toch niet aangaat deze
toewijzing te elfder ure nog in te trekken. De
gemeente zou zich hiermede belachelijk maken* daar oo
zij aan haar gedane beloften gebonden is.
De heer Jos Luilkx acht de beslissing van B én W niet
in strijd met het genomen raadsbesluitl Indien men
thans nog wijziging in de genomen beslissing zou
willen brengén,dienen in ieder geval de belangen en
rechten van de heer Snijders voor de toekomst te
worden gewaarborgd.
*t -
iVfl