r De heer van Poppel is van oordeel dat de zelfstandig heid van St.Willebrord nog wel jaren op zich zal laten wachten en vraagt vervolgens het verschil aan te geven tussen de "grote" en de "klein6«" regeling, aan welk verzoek de voorzitter voldoet. De heer Braat vraagt of bevolkingsregisters uitslui tend voor Willebrord wel zijn in te voeren, waarop de Voorzitter antwoordt dat dit inderdaad wel met enige bezwaren zal gepaard gaan. Spreker is van mening dat meerdere mfcéliikheden zich automatisch zullen voodoen doch deze zullen uit de weg moeten worden geruimd. De heer Presens vreest dat de voorgestelde bestuurs wijze de bevolking niet de stimulans van een eigen gemeentelijke huishouding zal geven. De Voorzitter wijst naar de gemeente Schaesberg waarin een wijkraad is ingesteld welke rechtstreeks door de belanghebbende bevolkingsgroep is gekozen. Hij zou voor Willebrord een gelijke raad in het leven willen roepen, welke dan kan dienen als klank bord waarlangs zij hun verlangens kunnen kenbaar maken aan het eigenlijke gemeentebestuur. Omtrent deze in de Nederlands Staatsinrichting geheel nieuwe figuur wil hij eerst inlichtingen vragen, alvorens met concrete voorstellen te komen. De heer Presens kan zich hiermede verenigen en stelt voor de door B en 1 voorgestelde gemeen- schaooelijke regeling te aanvaarden mits een hulp secretarie te St.Willebrord wordt opgericht en een commissie wordt gekogzen uit de V.iiiebrordse bevolking naar het voorbeeld der gemlnte Schaesberg, welke commissie zal werken onder verantwoording der 3 burgemeesters. De Voorzitter doet hieroo het voorstel om de grens wijziging aan te vragen en daarnaast de voorgestelde emeenschappelijke regeling te aanvaarden. e heer Braat mfiÉt org dat «en daarmede op een ver keerd spoor komt te geraken; voor de grenswijziging wil hij zijn medewerking verlenen mits daaraan voorwaarden worden verbonden. De heer Presens ontkent die ontsparing.Hij wenst eerst het eigen centrum te zien, bestuurd door mensen uit de eigen bevolkingsgroep a la Schaesberg en wanneer dit alles tot stand is gekomen, dan eerst aan de grenswijziging te gaan werken. De voorzitter maant nogmaals zich los te maken van deze twee geheel verschillende en afbnderlijke punten: grenswijziging en gemeenfcchapoe^ijke regelin.? De heer Pi is klaagt over minder prettige ervaring opgedaan met Rucphen. Immers men was tot onderlinge overeenstemming gekomen omtrent de kleine gemeen schappelijke regeling(doch Burgemeester en Wethóuéer van Rucphen adviseerde lijnrecht tegen hun eerste voorstel met gevolg dat de regeling door Rucphen's raad met algemene stemmen werd verworpen. Hij stelt voor: "de "kleine"regeling met het experiment Schaesberg te aanvaarden, na ontvangst van de te vragen inlichtingen van die gemeente.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1948 | | pagina 20