f In 3 R spreker beweert, dat de brieven van Rucphen en Hoeven om de eigenlijke kwestie heendraaien. Hoeven vraagt waarom zij niet in kennis zijn gesteld met de aanvaarding van de "grote"regeling door Etten. Volgens hem tracht deze laatste gemeente de gemeep- schaopelijke regeling van zich af te schuiven» Deze is het alleen te doen om Heul en Palingstraat en heeft dus niets te verliezen» De opzet van &tten is niet om winst te behalen; ons streven is enkel Willebrord op afdoende wijze te helpen, besluit deze spreker» De heer Dresens zegt dat blijkens gerdchten de Willebrordsche bevolking "getest" is, waaruit naar voren kwam, dat de bevolking met de sociale werkster; tot Etten worden getrokken, doch de geestelijkheid en het onderwijzend uersoneel hun voorkeur aan i-cphen geven. Geinformeerd hierna, bij iemand van het onderwijs, bleek hem, dat zulks klinklare onzin is» De pastoor van St.Willebrord met een onderwijzer zijn ter audiëntie geweest bij de Commissaris der koningin, waarbij zij trachtten aan te tonen dat het onjuist zou zijn de gemeenteschapq^lijke regeling oo te leggen. Rucphen met 5 a ö^jnwoners "regeert" over Willebrord met een zielental van 5000. ttet geboorte getal van Willebrord ovettreft dat van Rucphen, zodat deze gemeente strak; zal worden overvleugeld» De psstoor met afgevaardigde hebben bij de Commissaris der Koningin zelfstandig heid bepleit voor SttWillebrord en hebben hun vrees geuit voor algehele aansluiting bij Rucphen of Hoeven, iets wat de bevolking in haar geheel niet wenst. De heer van Peer trekt de altruiéstische neigingen van Rucphen ten opzichte van Willebrord, in twijfel en beticht deze ervan dat zij Willebrord blameren* De heer Lui 1 ten vekklaart op humoristische toon dat Rucphen saboteert. De Voorzitter stelt dringend voor thans te beginnen desnoods met de z.g. kleine regeling, zoals Hoeven heeft gedaan» De heer Braat interrumpeert dat Hoeven niets <Be verliezen heeft. Volgens hem is#Jaet hoofdzaak dat Willebrord in zijn geheel bij een der 3 gemeenten komt, bij welke? dat moet worden uitgemaakt door de hogere instanties. De heer Dresens merkt op, dat het hier niet om gaat. Hoeven heeft ook volgens hem niets te verliezen, "et staat enig grondgebied af dat het gaarne kwijt is en krijgt daarvoor de zo begeerde Heul en Paling- straat terug» Etten daarentegen wil iets afstaan in het belamg van St.Willebrord zodder daarvoor enige tegen Draestatie te erlangen. De heer Peskens beaamt de opmerking van de vorige sprekers aangaande de landhonger van Hoeven en diens zelfzuchtige beddelingen» kort De heer van Batenburg gaat in het de Willebrordse kwestie nog eenéf^en memoreert de eerste regeling die door de besturen der 3 gemeenten ter vaststelligr werd aangeboden»

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1948 | | pagina 18