r§?SieTfi?ffï O 3 O 152 Als voorbeeld haalt spreker de K.A.B, aan, welke bij een uitvoering van zijn leden een tegemoetkoming in de kb sten vraagt vam f.0.50 persoon, waarvan"" dan naar een entree van f.1.- belasting moet betalen,indien de overige bezoekers tegen dit bedrag toegang hebben» Niet alleen voor de K.A.B. maar voor alle overige standsorganisaties, die hun leden een genoeglijke avond willen bezorgen, geldt dit bezwaar. De heer Feskens blijft ook deze wijziging als een bezwaar aanvoelen. De bedoeling van de K.A.B. is zijn leden een ontspanningsavond te geven, waarvoor zij niets verschuldigd zouden behoeven te zijn. Dit laatste is helaas niet mogelijk, terwijl bovendien van deze gedwongem geldelijke bijdrage nog belasting zou moeten worden betaald. Hij vreest dat hierdoor de standsorganisatie zich genoodzaakt zal zien af te moetem zien van het geven van genoegelijke avonden voor zijn leden. De heer Pils meent een oplossing gevonden te hebben in zijn voorstel om, wanneer twee ontspannings avonden worden gegeven $£ne£g bestemmen te uitsluitend voor de ledëft"t&§eft*f*fa$.i en de andereavond voor overige bezo voor toegangsgelden moeten betaïen. 3e heer PresBBs is van oordeel dat doorvoering van deze maatregel niet mogelijk is,met het oog op de financiële uitkomsten. De voorzitter wijst op de K.A.B. uitvoeringen te Leur alwaar zulks wel mogelijk blijkt te zijn, waarop de aeer Feskens repliceert, dat zulks voor Leur, ;reel gemakkelijker is daar men daar met slechts een toneelvereniging te maken heeft en te Etten in feite met 2 n.l.Rooms Toneel en SiExxara de K.A.B, waarvan eerstgenoemde een onder-afdeling is. De voorzitter voelt de bezwaren van de heer Feskens wel aan doch stelt voor de wijzigingen zoals door B en W aangegeven in deze vergadering aan te nemen, waarna de moeiilijkheden die de heer Fekkens blijft zien nader kunnen worden bekehên en B en W in een volgende vergadering met een prae advies vsdbxxesk ter oplossing van deze moelijkheden zullen komen. De heer Presens stelt de vraag: wie de te betalen percentages vaststelt en de culturele waarde der uitvoeringen. De Voorzitter verwijst naar de gemeente wet die zulks aan burgemeester en wethouders opdraagt. De vorige spreker antwoordt hierop dat zijn ver trouwe: in de nu tot nu genomen beslissingen niet erg groot is geweest. De voorzitter geeft toe dat een juiste beslissing moeilijk is doch dat Burgemeester en wethouders er naar streven zich bij hun beslissingen zoveel moge lijk door deskundige beoordelingen^%ullen laten leiden. Maar ook dan nog blijft het een moeilijke zaak. Juist op dit gebied is men afhanfetelijk van een zeker subjectief inzicht. Een uitvoering moet niet zuiver objectief bekeken worden, maar ook dient gelét te worden op hep streven en het doel van hetgeen" gegeven wordt, en hiermede rekening houdende, zal bij de beoordeling door B en W een veeP soepeler maatstaf worden aangelegd bij.mateursverenigen dan bij een beroepsgezelschap. 17192 1

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1948 | | pagina 170