e 10 Na voorlezing zegt de voorzitter te moeten concluderen dat de opgegeven feiten juist blijken te zijn, doch da deze geen aanleiding hebben gegeven tot minder goede bouw. De heer Pi1s% is van oordeel dat over het rapoort #iet langer behoeft te worden uitgeweid. Naar zijn mening hebben de raadsleden,die de feiten naar voren hebben gebracht,hun plicht gedaan zodat dezen thans vrij uitgaan.Uit het rappor^ blijkt dat o.m. kalkztaê» steen is gebruikt omdat in die tijd de stenen nog niet vrij waren. Volgens mening van spreker bestond ggen stenen distributie. Hoe het zij, men moet goed voor ogen houden dat bij gebruik van minder goed materiaal de gemeente later de kosten hiervan moet dragen. Bovendien keimt hij ten zeerste af dat,door de gemeenteopzichter werd goedgevonden, dax materiaal werd gebezigd dan in de bestekken is voorgeschreven, zonder dat hij B en V.' hierin heeft gekend, en verzoekt dit college de nalatige hierover streng te onderhouden. De heer Presens merkt op dat volgens het bestek granietvloeren moesten worden gelegd, ^eze komen echter in de woningen niet voor en vraagt inlichtingen hieromtrent. De heer Feskens sluit zich aan bij vorige sprekers, veze spreker zegt dat ook hem gevraagd is eventuele klachten mede te delen. Hij heeft zulks met oozet nagelaten omdat hem bekend is dat de aanbrengers der knoeierijen ontslagen zijn althans op een of andere manier uit hun werk zijn verwijderd.Ook hij wenst, evenals de heer Pijs^, dat de betrokken gemeente-opzichters terdege onderhanden worden ge nomen over hun grove nalatigheid B en W in kennis te stellen met het minder soort materiaal dat bij de bouw met hun voorkennis werd gebruikt. Verder merkt spreker op, dat het onderzoek vrij laat heeft plaats gehad. Reeds daags na de raadsvergadering waarin deze kwestie werd besproken, was de aannemer zulks bekend en kon een en ander nog ongedaan worden gemaakt. Bij direct onderzoek was zulks obmogelijk geweest» De heer Vissers bespreekt de kelders der nieuwe woningen, die alle vol water staan. De bewoners kunnen met deze kelders niets doen. Bij sommige huizen komt het water tot in de keuken.Naar zijn mening is dit een gevolg van het gebruik van omvol- doende materiaal. Bij behoorlijke afwerking zou zulks niet mogelijk zijn. Dit water is niet alleen slecht« voor de woningen maar tevens ongezond voor de mensen» verder is het hem opgevallen dat de pannen op de woningen in de Kasteellaan te Neur niet behoorlijk zijn gelegd.Men beweert zelfs dat hiervoor oud materiaal is gebruikt. Ook de aansluiting der rio leringen is niet volgens het bestek en is met cement geschied. De Voorzitter beantwoordt deze sprekers. Hij begint te zeggen dat het zeer moeilijk is een afdoend antwoord te moeten gegeven ten aanzien van kwesties op welker technisch gebied men leek is.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1948 | | pagina 14