saftïrsMsas'asS'A'üs
fStós-ncrsss s.»ss-T
r
'O .'j r V
i
o rr
•v :i
N.
109
ri) VerguTim-nggrecht.
De Voorzitter herinnert aan de door de heer van
Poppel in de vergadering van 30 Juni jl, gestelde
vragen over het in deze gemeente geheven vergunnings
i* fidit
Op de*allereerste plaats moet worden gezegg, dat het
recht, steunend op artlid
voor deze gemeente sinds is Sesteld op f.12.50
voor elke f.50.- huurwaarde, doch dat dit bedrag
hli fla berekening van het recht eerst sinds 19^7
is toegepast? en Toor die,steeds mei het oude bedrag
vLi f f?? is rekening gehouden. Bij de verwisseling
van de schatters der dranklooaliteiten waarbij de
nieuwe functionaris zich met deze werkzaamheden
moest on de hoogte stellen, d®*e *°ï*e?rtdelrt
ter beoaling de huurwaarde naar deomzet van het
vergunningsbedrijf, waarbij de"T.g!°e|ethoudeBS
klassen ie verdeeld. Burgemeester en ethoudees
zijn tot de conclusie gekomen dat de aanslagen
volkomen terecht hebben plaats gehad en
geen wettelijke termen aanwezig zijn om deze te
D^hftftr F eskens stelt de vraag of wet en
wel naar behoren worden toegepast* Hij s V(arorbe
twijfel gekomen doordat naar toegepast
nine op de hondenbelasting ook niet wordt toegepas
soafs het bshoort. *ij wijst hierbij °pdenavorder»a
van f.5.- die bijna alle houders van honden hebben
ontvangen, ook voor waakhonden»
De Voorzitter haalt de grote ï^van
verbonden aan het vinden van een juist begrip van
waakhond» Haar nijn mening heeft de
de raad gekozen commissie hiervoor een Sjede op
lossing gevonden in de beoordeling xan of h®*
waarvoor de hond wordt gehouden, inderdaad een wa .k
dier nodig heeft. Hierbij werd gedacht aan
boerderijen, alleen staande woningen, of plaaJs«*}
waarin materiaal wordt opgeborgen. Voor deze fcond.n
is f.5.- belasting verschuldigd; voor de
f 10 Ziin de houders met de hen opgelegde aan-
siag'het niet eens, dan kunnen zij in beroep komen
bij derraad, die geval voor geval Q^derzoekt,
Df hftpr Faskens zegt niet met deze eens
te zijn. Verschillende mensen hebben bij hem ge
klaagd over de &en opgelegde navordering en vragen
terecht of zij niet vallen onder degenen, voor wie
een waakhond nodig is, daar velen van hen nacht
arbeid moeten verrichten en hun klein wee, zoals
kippen en konijnen, dan zonder bewaking is.
Hij acht een controle die uitmaakt wat wel en wat
geen waakhond is, zoals vroeger geschiedde, veel
zuiverder en verzoekt een wijziging der verordening
in de zin, dat een vastliggende hond als waakhond
wordt aangemerkt.
v f