O C 93 V **-s. 17192 De heer Luiiten zegt dat in de woonruimtecommissie vaak gevallen in behandeling komen van personen,die niet in het uitbreidingsplan willen wonen omdat zij prijs stellen op een stukje grond ter bebouwing van aardappelen en groenten voor eigen gebruik,waardoor het meerdere malen is voorgekomen dat urgentie gevallen niet konden worden afgewerkt en vraagt boor dergelijke personen geen huizen kunnen worden gebouwd De Voorzitter wijst voor deze gevallen naar de Landarbeiderswet. De heer Feskens vraagt of deze z.g.plaatsjes buiten het uitbreidingsplan vallen, waarop de Voorzitter ant'pordt dat zulks wel mogelijk is ofschoon hij voor zich niet veel voor verspreiding van huizengevoelt maar voorstander is van een kerm van dergelijke huizen, zulks met het oog op de aanleg van straten, riolering, waterleiding e.d. werken. De heer Feskens suggereert de bouw van diverse land- landarbeiderswoningen langs verschillende landwegen, die straks verhard, zullen worden, waarmede s voor zitters bezwareh komen te vervallen. De heer van Vleuten constateert dat over slechts een badhuis is gesproken. De Voorzitter: Ja, de bouw van dergelijke inrichtingen is vrij duur. Daarom zal begonnen worden daar v de mèestfejjf mensen vonen. Het is echter wel mogelijk dat ook het plan voor Etten moet vervallen. De bedoeling is voornamelijk om te zien hoe de toezicht hebbende organen hierop zullen reageren. Wanneer ^of 3 ba,dhuizen worden gevraagd, zou men de kous op de kop kunnen krijgen. Voor Leur en St.Willebrord kan later met de bouw van een badhuis worden overwogen. Hiermede sluit de voorzitter de discussies over het uitbreidingsplan en gaat over tot punt 17) Gelegenheid tot het ter tafel brengen van niet op de agenda geplaatste punten. De heer Presens begint met te zeggen, dat in een vorige raadsvergadering is besloten om met de uit voering van het sportterrein te St.Willebrord te beginnen, nadat H0even en Rucphen hierover zouden zijn gepolst en, indien deze gemeenten niet zouden medegaan, onmiddellijk met het werk wou worden be gonnen. Voor zover hem bekend is echter aan deze plannen nog geen uitvoering gegeven. De Voorzitter: dat komt omdat de raden dezer ge meenten nog niet hebben vergaderd. De heer Presens repliceert^ Neen, zodat ook nog niets besloten is omtrent de grote gemeenschappelijke rege ling waarover wel veel gepraat wordt maar waaromtrent uiteindelijk nog geen concrete besluiten zijn ge nomen. De Voorzitter antwoordt dat over het sportterrein door de B en I colleges der 3 gemeenten is gecon fereerd en dezen in principe bereid zijn op gemeen schappelijke basis het sportterrein aan te leggen. Bij die gelegenheid is ook de grote gemeenschappelijk! regeling ter sprake gebracht waarbij werd gewezen op het feit, dat na de verkiezing van de leden der Staten Generaal èen nieuwe regeling voor samenwerking van publiekrechtelijke lichamen in het leven zal worden geroepen, waarbij rekening zal worden gehouden moet moeilijkheden van het soort die zich bij de 1*

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1948 | | pagina 106