210 Voor stemden de heren: C»M.Luijkx, A.A.W.Luijkx, D.B.H. van Vleuten, A.F.C.Braat, O.J.M. van Poppel, p.Feskens, H, van Peer, j.Pertijs, p.J. van Batenburg, B.Vissers en A.van Steen» Tegen waren de heren* O.Luijten, P.J.Dirven, 0.J«Pij 8 en !:Dïf!?nvsn Vleuten stelt voor om thans tot benoeni van een gemeente-ontvanger over te gaan,welk voor stel voldoende wordt ondersteund» Op de daartoe strekkende aanbeveling van B. en W, van 10 April 19^7 komen voori i J Mol, 27 i&ar, adjunct-commies, tevens ambtenaar van de Burgerlijke Stand der gemeente Etten en Leur, wonende te Oudenbosch; g W.Stigter, 30 jaar,, gemeente—secretaris van Limbregt» wonende te Sittard» Door de Voorzitter worden tot stemopnemers aange wezen de heren van Vleuten en ^raat. In de stembus zijn 15 stembriefjes. Hiervan worden ïitrebracht op de heer J.Mol 14 steramen, terwiDl 1 bl»nco briefje wordt aangetroffen, zodat met vol- *+7ekte meerderheid van stemmen is benoemd tot nntvanerer der gemeente Etten en Deur, de heer J.Mol» De benoemde, die door de gemeehte-secretaris wordt binnengeleid, verklaart zijn benoeming aan te nemen, waarna hij in handen van de Voorzitter de voorgeschreven zuiverings- en ambtseed aflegt» Door deze aanstelling is ontslag als ambtenaar van de Burgerlijke Stand aan de nieuwe functionaris noodzakelijk geworden, daar de gemeentewet de combinatie van gemeente-ontvanger met Ambtenaar vei de Burgerlijke Stand in gemeente met meer dan R000 zielen verbiedt, wedafcm de vergadering met algemene stemmen eervol ontslag wordt- verleend als ambtenaar van de Burgerlijke Stand der gemeente met ingang van heden aan de heer J.Mol voornoemd» Hierna dankt de heer Mol met enkele woorden de raadsleden voor zijn benoeming en het daaruit gebleken in hem gestelde vertrouwen onder ver zekering zijnerzijds de gemeentebelangen te zullen dienen met alle krachten en toewijding waarover hij beschikt. De heer Feekens vraagt de Voorzitter toestemming algemene beschouwingen te mogen houden over het beleid van de wethouders. Nadat deze verklaard heeft geen bezwaar hiertegen te hebben, zegt de heer Feskens zijn afkeuring te moeten uitspreken over de houding van de beide wethouders. Met name noemt hij hun houding in de laatste 2 vergaderingen van de Raad ten aanzien

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 78