O
202
De Voorzitter zegt, dat dergelijke werken nooit
rendabel zijn. Men moet ze vergelijken met gewone
wegen. Ook voor deze objecten wordt enorm veel uit
gegeven, terwijl daarvan nagenoeg geen inkomsten
worden verkregen. We moeten ruimeïL zien dan alleen
de keurse Haven zelf. Bij een goede haven is het
verkeer te water ten zeerste gebaat,hetgeen weer
de te keur gevestigde industrie ten goede komt# Een
goede industrie brengt vertier en welvaart en zo
redenerend mogen aan de haven kosten worden besteed
die veel hoger zijn dan de inkomsten hieruit#
De heer van Vleuten vreest dat de mindere opbrengst
der havengelden moet worden toegeschreven aan de
slechte toestand van de Haven#
n» heer Vissers zegt dat rekening moet worden gehouden
jjj§t~dë~tlT"Eeux~'gevestigde industrie. DeZe is aange
wezen on water en spoor. De heer Dirven heeft wel
gewezen on de wijze van transport, gebezigd door de
f ff.B. vanaf Breda naar Etten en naar Leur, doch hij
hitii1fie*t -zegt hij- of deze manier van vrachtvervoer
goedkoner is dan over water rechtstreeks naar de
nlaats van bestemming. De toestand is thans hopeloos#
Sen schip van 80 ton kan niet passeren, en stelt voor
de haven grondig te doen verbeteren,
ïfc >irr.r, fvsVftns en Dresens wijzen op de meest zwakke
Slacken van dê"Havên en zijn met de heer Vissers
voor verbetering#
Dresens zorgt voor de "note gaie" door aan-
h^Ting"van een "gedeelte uit een reeds in 1926 opge-
iaiine van ecu
io-rde revue, waarin de toestand van de haven wordt
gehekeld en deze met een soinazieveld wordt verge
leken, zulks ter demonstrering dat de haven-euvels
inderdaad sinds jaren her aanwezig zijn.
nr vi*»r> van Vleuten zegt dat eventuele plannen tot
Ï^Ting'der naven zijn krachtdadige steun zullen
lebben, maar meent dat hiermede zal moeten worden
■gewacht tot het uitbreidingsplan voor Leur een vol
dongen feit zal zijn geworden.
Ten slotte wordt besloten aan Openbare Werken op te
dragen een kosten berekening op te maken voor het uit
baggeren der Haven vanaf het van Bergenplein tot
aan het Zwaaigat.
ho ^520. (van Popoel) Belastingen wegens gebouwde
eigendommen en daarbij behorende erven.
Deze post is door de heer van Poppel en de heer
Dirven t.er bespreking opgegeven.
nf van Popoel vergelijkt het öedrsg der ont-
o^tvangsten met die der uitgaven, en vindt de baten
zeer laag.
De Voorzitter verwijst hem naar hetgeen door hem is
gezegd Isrij zijn opmerking over de lage haven gelden.
Een uitvoerig dispuut ontspint zich tussen de heren
Dirven-Braat-van Poppel en Luijten.
De heer Dirven acht het onbillijk dat de in de polder
gelegen wegen, waarvoor de gemeente geen uitgaven
heeft en door de ingelanden zelf worden onderhouden,
en betaald, door de nieuwe straatbelasting worden
getroffen, zodat de eigenaars dubbel worden belast#
De Voorzitter stelt voor deze post aan te houden
totdat de nieuwe straa.% belasting verordening wordt
aangeboden#
icx Tfo A MX Vi Q treur* 4*