6 O 200 haren PMfi ftn Dirven voelen veel voor het voorstel ■8. 17192 SlCJ!ïJ#van Vleuten vraagt of een Centrale Regeling mèJb.v. Breda niet'mogelijk is en informeert verder, of toeristen met woonwagens ook naar dit i<amp eeaf«.igeerd zullen worden» De Voorzitter zegt dat de politie verordening hiering voorziet in de artikelen die het kampeeen regelen. H11 zeet ten slotte toe onmiddellijk werk te wullen maken van het door de heer Dreaens bedoelde terrein en informaties te zullen inwinnen over een eventuele centrale regeling. Post 62 (Pijs).Jaarwedde van de ambtenaren enz. De heer Pijs merkt op, dat blijkens de laatst vast gestelde rekening aan het administratief personeel fn totaal f.16000.- aan salaris werd uitgekeerd.Thans wordt daarvoor een bedrag van ruim f.32000.- voorge- Iteld.terwijl het aantal secretarie-ambtenaren bijna verdubbeld. Hij vindt deze post zeer hoog.Hij zegt, dat het niet zijn bedoeling is critiek uit te oefenen op de salarissen zelf, maar alleen te lijzen oo het r, i groot aantal ambtenaren en zou er bij B. en W. nv willen aandringen, dat zij nauwlettend toezien of het te verrichten werk evenredig is aan het aantal ambtenaren, nu mag worden verondersteld dat de nor male toestand weer is teruggekeerd. De Voorzitter beantwoordt deze spreker met te zeggen, dat B en W. zeer zeker zijn opmerking zullen ter harte'nemen en scherp zullen toezien dat niet meer dan het strikt nodige personeel werkzaam zal zijn. Toch wil hij opmerken, dat het uitgetrokken cijfer enigszins bedriegelijk aandoet. Immers, onder dit bedrag is ook begrepen het salarus van de ambtenaren van de Afdeling Sociale Zaken, hetwelk voorheen op Hoofdstuk IX was ondergebracht en t evens de jaarwedde van de nieuwe functionaris, de gemeente-bode, tevens controleur der vermakelijkheidsbelasting en markt meester, Ten slotte kan hijter geruststelling aantroere dat ook Ged. Staten waken tegen de grote bezetting der secretarie, en straks, wanneer het door verschillende oorzaken ontstane achterstallige werk zal zijn inge haald, de tijdelijke krachten zullen verdwijnen, p. -h^pr Feskëns merkt naar aanleiding van de woorden van de heer Pijs op, dat er thans veel meer werk moet worden verzet dan in de tijd waaroo deze doelt. We moeten kunnen vertrouwen dat de ambtenaren hun plicht -n zecrt bil-. Uit de woorden van vorigen spreker klinkt enigszins wantrouwen. Post 171 Onderhoud van brandblusmiddelen. Da heer Piis vindt het uitgetrokken bedrag van f(00 érg laag en vraagt of hieruit ook nieuwe matriaal moet worden betaald. De Voorzitter deelt mede, dat uit deze post reparaties dienen te worden betaald. Aanschaffings kosten behoren oo de Kanitaal Dienst thuis. Ook dan nog vindt de heer Pijs het bedrag niet ruim gekozen, waarop de Voorzitta: antwoordtdat zulks is geschied in overleg met de Brandweer Inspectie. Dan wijst de heer PVijs op het in de vorige vergaderin gesprokene omtrent brandmeldingen. Hieromtrent -zegt de Voorzitter- is bereid! geinf ormeerd, doch tolheden werd nog geen antwoord ontvangeni

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 68