192
n. k„T Braat verklaart, nu hij vernomen heeft, dat
■fbnd.n1 et alleen bestrijding aer nood^lijdendheld
zijner leden beoogt, niet tegen het verlenen van
de
revreagde subsidie te zijn«
nlerna nordt met algemene etemmen besloten aan
het Fonds jaarlijks een subsidie van f.5.2- toe te
Vennen, gedurende de tijd dat zijn lid In deze
gemeente woonachtig is#
fc* Diverse voorstellen van Burgemeester eu Wethouders
tóviee der lommissie voor de financiën.
tt™ rie beolant ing van de wegen in 19^7.
V hppr Braat zegt vernomen te hebben, dat vele mensen
niet eens zijn met het plaatsen dezer
S ll Np ar'ziin mening zonden in de Raad wel stemmen
hiertegen zijn uitgegaan, indien te voren over deze
£a'voor°ittergzegt,gdatetot'uitvoering van dit plan
oïïïeegaS, oSdit in verband met het reeds ver
gevorderde olint-seizoen daarmede niet langer meer
v™ worden gewacht, en bij langer talmen wederom
een j°ar zou heengaan. Hij meent dat deze bomen
komen in het belamg van het algemeen aspect.
Dp vraag dient te worden gesteld of het dorpsbeeld
zal worden verfraaid, ja of neen. Dah- hierbij ieine
particuliere belangen in het nauw komen, ^an niet
v of den vermedeh.
Sr Braat vindt het planten van bomen voör
J?-—0D d"e allereerste plaats een kwestie van
Volksgezindheid. Wanneer zij straks tot volle groei
vo gekomen, wordt de zon uit de woningen
willen laten staan en
Blijken er overwegende
gebracht, dan kunnen
zullen zijn
De'Voorzitter zou de boompjes
het verloop rustig afwachten»
bezwaren naar voren te worden
II no* altijd worden verplaatst. Zijns inziens is
Ïp+ meer een kwestie van nieuwigheid, waarmee men
zich, eenmaal er aan gewend, op de duur zal kunnen
nfr?ïofC?ran Poooel heeft de reden van deze bomen-
^Tarting niet' asgreoen -zegt hij-. De gemeente komt
Üld te kort, veil geld zelfs en z.i. moeten de
fpmeente melden thans niet aan boompjes worden
£p-te®d Op de tweede plaats is daar de kwestie van
bPtvele werk dat nog door Openbare Werken moet
rnrden gedaan» Nu houdt men zich daar bezig methet
olanten van boompjes. Hij acht dit tijd verspillen,
waar zooveel ander, dringender werk nog te verrichte
JJVor var. Vleuten heeft geconstateerd, dat ver
schillende bomen "midden op het trottoir zijn ge-
riant en vindt deze obstakels voor het voetverkeer»
Hii zóu ze willen verplaatsen, doch eerder in de
richting voor- dan achteruit. De bestaande bomen
die'in de weg blijken te staan, kunnen worden ver
wijderd. Hiervoor heeft men binnen k jaar weer
andere gelijkewaardige bomen.
ïïi JUClvi#