180 De Voorzitter wijst er op, dat bij niet intrekking van het besluit niets wordt breikt. Alleen wordt de uiteindelij»e beslissing weer uitgesteld en komen we niet uit de impasse waarin we nu zijn geraakt. De heer Dresens bekijkt de zaak eveneens van de principiële kant -zegt hij-. Hij blijft voor hand having van het eens genomen besluit. Wordt de benoemin ter vernietiging voorgedragen, dan heeft de Raad zicl^ in deze toch consequent getoond® De Voorzitter meent dat hiermede wordt getoond geen bliik te geven van eerbied voor de beslissingen van het Hogere Gezag. Naar zijne mening is het onderzoek zeer grondig geweest door hooggeplaatste en hoog staande personen uit den lande. Juist de lange duur dezer zuiverings kwestie wijst er op dat aan deze zaak alle aandacht is besteed. De redenen, die tot de voor betrokkene*gunstige beslissing aanleiding hebben gegeven, zijn niet openbaar en de Raad heeft zich bij deze uitspraak neer te leggen, wpt.honder van Steen wenst de persoon buiten beschouwin te laten, doch verklaart er zich tegen om een eenmaal genomen besluit -zonder dat in de motieven die hiertoe hebben geleid enige verandering is gekomen- weer in te trekken. n. hppr wan Poppel zegt, dat hier gesproken wordt over principes en personen. Naar zijn mening heeft dit alles niets met de eigenlijke kwestie te maken. Volgens hem hebben we een gemeente ontióanger nodig die geschikt is voor z<jn taak. Ook da heer Vissers maant toch vooral het algemeen belang voor oogen te houden. De grote achterstand duldt niet dat nog langer gewacht wordt met de be neeming van een ontvanger» In de vergadering van 23 Januari j*. heeft de Raad iemand benoemd tot gemeente ontvanger die door de Minister van Binnen landse Zaken op"advies der Zuiverings commissie is ontslagen. Iedereen weet wat er nu te gebeuren staat. Naar zijne mening is de uitspraak van de Minister gerechtvaardigd en heeft de "aad zich daarbij neer te leggen. Wat is het gevolg, wanneer de benoeming niet wordt ingetrokken» Weer wachten! Nog groter achterstand! Bovendien lopen we de kans dat de Minister zelf een gemeente ontvanger aanwijst waarbij wij niet de minste zeggingsschap hebben en verwijst naar het bekende geval Opsterland van recente datum, waar een Regeringscommissaris werd aangesteld, daar de Raad dier gemeente naar des Ministers mening de gemeentelijke huishouding schromelijk verwaarloosde. De heer Pi is is het niet eens met vorige spreker» Hier is geen sprake van niet medewerking van de Raad. De Raad is niet onwillig; hij weigeet niet om een ontvanger te benoemen. De Raad wordt in overweging gegeven een benoemingsbesluit in te trekken en is vrij dit al of niet te doen» De heer Luiiten noemt de woorden van de heer Vissers ook niet juist. De heer Aalbers is met volstrekte meerderheid van stemmen benoemd. Wordt de benoemde door de Hogere Regering niet geaccepteerd, dan blijft dit voor hem toch hetzelfde.Waar blijft onze zo hoog geroemde democratie, wanneer de Raad zijn benoemingsfunctie niet vrij mag uitoefenen? hm i «.4 aVi 4- Ao»on awi aan a an vmq o i mctnumigi vQ.u wywwj,* n -» rr?„4 UVWl. A p A W «W W .C-

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 44