o O M.S. 17192 31*2 5.De Voorzitter doet mededeling van een na het verzenden van de raadaagenda ontvangen circulaire van de Directie van de Volkshuisvesting te den Bosch, waarbij aan de gemeente Etten en Leur voor 1948 is toegewezen een bouwvolune in eerste instantie van 18.200 M3» dat is 70 woningen met een inhoud van 260 M3 ieder, terwijl verder olannen kunnen worden gemaakt voor nog 52 woningen. Hij acht Etten en Leur zeer gelukkig met deze toewijzing, gezien de schriele bedeling van naburige gemeenten zoals Roosendaal. Zevenbergen, Rijsbergen en andere, ïïoeveèl van deze 122 woningen in Etten, Leur en St. Willebrord moeten worden gebouwd zou thans reeds door de raad kannen worden beslist. In verband met het feit, dat voor Willebrord slechts 10 personen op de lijst van woningzoekenden voorkomen, stelt hij voor aan dié dorp nog 10 woningen toe te wijzen en de rest te verdelen over Etten en over Leur in een verhouding als reeds in 19^7 is toegepastzodat een aantal wordt verkregen van 70 voor Etten en 1*2 voor Leur. De heer Presens zegt kennis te hebben opgedaan als lid der woningnoodcommissie omtreht de woning toestand in deze gemeente en zegt daardoor te weten dat in Etten percentsgewijze meer gevallen van .Samenwoningen en krotten voorkomen dan in Leur. De voorzitter merkt op, dat niet mag worden vergeten dat te Etten intussen vele woningen gereed zijn gekomen en verbeteréuwt werden en de verhoüding 3 2 veilig kan worden aangenomen. Pp heer Presens acht zulks niet onmogelijk, maar betwijfelt of daarbij rekening is gehoudeh met de grote gezinnen. Hierbij wijst hij op een naar zijn mening begane fout tiij de woningen Prins, die door een kleine interne verandering zeer geschikt zijn te maken voor samenwoningen. De heer Braat vraagt of de Voorzitter kan motiveren het feit, dat thans slechts 10 woningen worden toe gewezen aan Willebrord, zulks in strijd met de vroeger gevoerde actie om aan Willebrord veel huizen toe te kennen. De Voorzitter: Omdat thans blijkt dat dit aantal genoeg is. Vorige spreker constateert, dat dus de eerste toe wijzing verkeerd is geweest. De Voorzitter repliceert dat zich niet meer ge gadigden hebben aangemeld; de heer Braat duoliceert dat, wanneer de mensen zich eigener beweging niet aanmelden, zij desnoods moeten worden nagelopen. Aan de heeren van Batenburg en van Peer wordt gevraagd of de geruchten, als zouden de Wiliebrord- bewoners afkerig zijn van woningen met een grotere huur dan de door hen gewoonlijk te betalen som van f.2.- hoogstens f.2.50 per week, waar zijn. De heer van feer antwoordt dat hem hiervan niets bekend is, waarop de heer Braat uitroept, dat zulks ook in tegenstrijd zou zijn met het zo straks afgeschilde weelvaartspfeil Van dit dorp.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 212