319 na wr Feskens vraagt, wanneer de straatmakers - 4. meest dringend werk klaar zijn, de nog overgebleven onbestrate stukjes op de Hoge Donk £unSeL»itter deelt'raêde, dat hij op maandag a.s. hr'taet bij zich verwacht ter bespreking van iie^bi^ hen ingediende verhardlngingen van wegen en hoopt dan «straten kwestie in haar geheel vannen en kruiken te krijgen, i" ,mPonoel vraagt enige inlichtingen §gt5eS^de financieringsregeling bij bouw door ^arvonrlitte?*zegt dat hiervan vanwege de gemeente De Voorzi couranten kennisgeving is gedaan. Salr zijn mening ware door de pers hieromtrent een populiere uiteenzetting te geven. De heervan Vleuten informeert naar de M0erdijkse «°Svnnr7itter antwoordt dat déze kwestie blijkbaar het dode punt is gekomen en hij hieromtrent ™n B«da niets meer heeft vernomen .Hij zegt toe te juister plaatse hierna te informeren. pust houdt een pleidooi voor_he?1verven de fietspaden staande paaltjes zulks voor de vef1igheid van de wielrijders. u. informeert verder of de gemeente begroting voor het dienstjaar 19^8 nog dit jaar kan worden n^foorzitter antwoordt dat men op de afdeling ïe ien nog steeds wachtende is op gegevens van V Klik welke de basis van de begroting vormen. ralf men'bij het opmaken der begroting van niet iTrle cijfers uit, dan moet deze later toch geheel worden omgewerkt, iets wat onnodig dubbel werk geeft. v»ow .Tns Lui 1kx informeert naar de nog steeds ?f-fêSr leeg staande woning van Hendrikx-de Vooght. Dp voorzitter anwoordt dat -behoudens onvoorziene omstandigheden- deze zaak ou 9 December a.s. vuilspreker vraagt of deze woning toewijzing nSet bil minnelijke schikking kan plaats hebben, waarop de voorzitter toezegt deze zaak nader te bekijken. D hPPr van Datenburg vraagt naar de riolering tfê St.Willebrord, waarvan de begroting reeds een half j^®-^ geleden werd toegezegd, en waaromtrent hii niets meer heeft vernomen. De voorzitter zegt in een volgende vcgadering met een definitieve begroting te zullen komen. Dp heer Dirven merkt ten slotte nog op, da.t de raad gelden heeft gevoteerd voor het verharden van de Vaartkant. Tot zijn verwondering ziet hij

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 196