2.9k De Voorzitter is het hiermede niet eens.De afdeling; III krijgt uitsluitend de ondersteunings kwesties te behandelen. De andere zaken, waaronder o.ra. onderhaMelingen met de diverse pachters en huurder! 3safe het bestuur zelf aan. hPfir Vissers oppert nog de mogelijkheid d.e gelden rn beheer te gë'ven aan de afdeling financieb ter Gemeente-secretaris^ waarop de voorzitter zegt dat zulks niet mogelijk is, daar hier een rechts persoonlijkheid bezittend lichaam moet optreden in verband met de door het B.A. te sluiten trans- Ter^slotte wordt het voorstel van B en W met «le-emene stemmen aangenomen en het regelement van het burgerlijk armbestuur gewijzigd zoals in het in concept aangeboden reglement is aangegeven. X9 Toepassing der verordening regelende de vervoer kosten van schoolgaande kinderen. Overeenkomstig dit voorstel en het advies der commissie voor de financien vordt het in concept aangeboden besluit met algemene stemmen vastgesteld. PO Vrr^flV van toepassing van artikel 55 quater L.O. wet 1920 aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en wet ijcv "Z -i Wetenschappen ten aanzien van de openbare lagere school te Deur. De voorzitter zegt dat dit vezoek jaarlijks wordt ingediend en sleéhts van formele betekenis is om te voorkomen, dat de abnormaal hoge kosten voor de openbare lagere school als maatstaf zullen worden p-enomen voor de uitkeringen aan debbij zondere lae-ere scholen in deze gemeente. OvereenkomstCjdit voorstel en advies wordt besloten. en Vcorstpl van B en W töt wijziging der Honden- V)gls.s"t ing. De Voorzitter deelt mede, dat het hier ook om een formeel punt gaat hetwelk niets te betekenen heeft ten aanzien van de tarieven. Het beoogt alleen hwt instellen van een verbod om een als waakhond^ aange slagen hond op de openbare weg te doen loslopen, en door een strafbeoaling te Voorkomen.n, dat honden als waakhonden worden aangegeven, welke niet uitsluitend als waakhond worden gebruikt. n» hfter Pi is merkt op, dat wanneer deze wijziging wordt aangenomen de waakhonden gedoemd worden levenslang in hun hokken te moeten blijven en vast te worden gehouden aan een kfcting. Pr heer Vissers is van mening dat men BKl waakhonden ten alle tijden aan ketting of touw met zich mag mee nemen, doch de heer Pijs noemt dit een twijfelachtig genoegen, als men tenminste in aanmerking neemt de meestal zware dagtaak die de landbouwer achter zich heeft wanneer de tijd des avnnds voor een derge liike wandeling is aangebroken. Da heer van Vleuten zou willen doen nagaan of de aangegeven waakhonden inderdaad als zodanig nodig zijn en stelt voor elk geval afzonderlijk te bekijken.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 170