-
N-s. 17192 1
154
te verklaren op P. Reijnaars wonende te Etten A 213
met insang van 1 Januari 1947.
e net besluit van gedeputeerde Staten houdende dat
bij K.B. van 25 Januari 1947 No 7 goedgekeurd is
de verordening betreffende de heffing van Hondenbe
lasting dd. 3~0ctober_1946gewijzigd 11 December
1946, wordt voor kennisgeving aangenomen,
f. Aanbieding van een ontwerpcontract voor den op
haaldienst van cadavers dezer gemeente met de vee
centrale te Breda.
De voorzitter deelt mede, dat de toezending van dit
önëwërpcönTract is geschied ingevolge besluit in de
kringvergadering van 21 Februari j»l« van den
Vleeschkeuringsdienst kring Breda.
De cadavers worden voor deze gemeente aigehaald
door de cadaverdienst te Son, terwijl tot dusver
deze door de N.C.B. op het erf van den landbouwer
werden afgehaald voor vervoer naar Breda.
Daar moeilijkheden met het Eervoer naar Breda zijn
ontstaan is naar een nieuwe oplossing gezocht en is
met de veecentrale overeengekomen dat deze zich met
het vervoer zal belasten. De kosten van vervoer
worden per stuk vervoerd cadaver groot of klein
berekend naar 6,per dier. Het contract kan
voorlopig voor één jaar voor het eerst voor het loo«
pende jaar 1947 worden aangegaan, na afloop waarvan
beoordeeld kan worden of de regeling afdoende is.
Ha deze uiteenzetting van den voorzitter besluit de
vergaderinghet contract met de veecentrale voor
lopig tot 31 December 1947 aan te gaan.
"Voorstel_van J3urggmee_ste_r en Wethouders in zake ver.
Ennp~van gronden gelegen nabij de Hoëvë de Geer
f.pur~aan~Adrianus'~Oomen fabrikant~wönënde ^e_Brëda~
DÏlIenburgstraat_20
De voorzitter deeTë mede, dat Gedeputeerde Staten
In""Eun scEriJven dd. 28 Januari j.l. opmerken, dat
in verband met aanhangige plannen, tot omlegging
van de Leursche haven, de mogelijkheid bestaat dat
vrijwel het geheel van den aan Oomen te verkoopen
grond daarbij zal worden betrokken,
fn het oorspronkelijke besluit van den Raad van 27
November jvl. tot verkoop van den grond aan Oomen
werd dan ook rekening gehouden met de mogelijkheid,
van de verlegging van de haven en werd in het be
treffende besluit van 27 November 1946 de algemeene
clausule opgenomen, dat de kooper zich verplicht
bij eventueels uitvoering door de gemeente o.m. een
gedeelte van het aangekochte terrein weer aan de
gemeente af te staan, met de bepaling, dat hij hier
voor een perceel gelijkwaardig industrietèrrein in
de plaats krijgt of een schadeloosstelling in geld,
waarbij de afgestane grond tegen een zelfde prijs
per H.A. wordt gewaardeerd als nu de koopprijs per
H.A. bedraagt.
Burgemeester en Wethouders adviseeren niet in te
gaan op de suggestie van Gedeputeerde SÉaten, om der
grond niet te verkoopen, doch in huur af te staan
en aan Oomen voor het geval de plannen tot omlegging
van de Haven eventueel niet zouden doorgaan, reeds
thans een recht van voorkoop te verleenen.