f O *-8- 17192 I 288 De voorzitter wijst er spreker op, dat de raad in een zijner vergadering^ heeft besloten het sport terrein niet achter de woning van Evers te brengen, dooh hiervoor met enige uitbreiding, het oude voet- Inter-Nos te bestemmen. Maar ook hiertegen rezen wedSrom bezwareta. Gedacht werd toen aan het aangewezen industrie terrein. Tegen de aanwijzing van deze percelen als zodanig werden geen bezwaren ingebracht, zodat met recht werd verondersteld, dat ook tegen de bestemming tot sportterrëin wel geen bedenkingen zouden worden gemaakt, bovendien is tiet veel goedkoper, nu voor Leur geen afzonderlijk snortveld behoeft te worden aangelegd. Dg yflpr van Ponpel vreest technische moeilijkheden Ten onzichte van samenspelen, oefentijden enz. De Voorzitter vindt dit geen bezwaar daar men met de grootte van het terrein hiermede rekening kan p2Uw«£rz**n Peppel heeft nog andere beswaren nl. dat hier beste cultuurgronden mede zijn gemoeid en de gemeente dus voor zeer grote kosten zal komen De voorzitter merkt op, dat we ten slotte, in de p-ehele gemeente op cultuur grond zullen stuiten en hieraan niet te ontkomen n" wr Dirven is het hiermede niet eens. Er zijn vnirans hem wel degelijk cultuur gronden van mindere vwaliteit.Hdp vindt het meer dan jammer dat in deze tijd zoveèè goede grond verloreb raakt voor culuut- SrthnndBT van Sjjeen deelt nog mede, dat verschillend#» ■sportliefhebbers uit Leur bij hem zijn geweest en hebben verklaard van het sportterrein aldaar geen gebruik te zullen makenp hetgeen Voor hen financieel nadeel is daar zij geen supporters naar deze terreinen zullen meekrijgen. nl wr Feskens dacht dat we al een stapje verder varen seeaan in de richting van toenadering der beide dorpen. NA4 moet hij horen dat de sport eerder verwiidersfy zal brengen. We zijn dus even ver als 25 jaren geleden -zo zegt hij- doch wij als raadsleden mogen daaraan geen concessie geven. hTi vindt het een schande dat zulk een onsportiviteit in een raadsvergadering naar voren wordt gebracht. De -heer Presens is van oerdeel dat men zich niet altiid moet wenden naar de mensen die niet goed willen maar naar de wel goedwillenden. Volgens hem ziin er te Leur wel goed willenden die reeds thans te Etten zich °P sportgebied komen trainen. Hij meent dat aan die animositeit niet mag worden toegegeven. Hier dient opbouwend te worden gewerkt en dit gemeenschappelijke sportterrein noetat hij het eerste steentje dat er toe wordt bijgedragen. De heer Dirven is niet tegen sport maar wel tegen de onttrekking van cultuurgrond aan zijn bestemming voor sportdoeleinden en hiervoor zal hij nimmer zijn stem verlenen. Ook r?#> hepr Lnliten betreurt het dat in deze tijd landbouw grond aan de voedselvoorziening wordt ontrokken, nu landbouw producteg behoren te worden opgevoerd. De voorzitter meent, dat dat nu de raad eenmaal besloten heeft deze gronden in het uitbreidingsplan op te nemen, hfet geen rol speelt of de gronden •I. A C2 ft

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 164