4 265 Door invoering ener magazijn administratie zal aan deze onzuivere toestand een einde worden gemaakt n« heer Feskens vraagt of het in het rapport «noemde bedrag'van ongeveer f.1800.- de verbouw van het magazijn ook is begrepen. Wanneer dat zo is, dan verwacht hij weinig succes daar de opslagruimte veel te-klein is voor opberging van al het materiaal en dus een gedeelte toch elders zal moeten worden onbeslagenzodat de beoogde contrèle weinig zin heeft Wil men een degelijke, intensieve controle, dat móet men over een grote, afgesloten ruimte beschikkeh, die slechts voor de magazijn beheerder toegankelijk is.Kan deze ruimte door meerdere oersonen worden betreden dan kan de beheerder alleen niet aeer aansprakelijk worden gesteld. Hi 1 informeert verder, of dit voorstel afkomstig is van'de Directeur van apenbare Werken, immers, reeds meerdere malen is aangedrongen op invoering van een d erselijke maatregel^, doch dit stuitte «teeds op de bewering van de directeur ü.W. dat daarvoor geen ruimte beschikbaar was. De voorzitter zegt dat het voorstel in overleg met de directeur ö.W. is gedaan en dat het inderdaad de bedoeling is de invoering der magazijnadasinistrati met ®xst2txx5$K het in orde maken van het magazijn voor ongeveer f.1800 te doen geschieden.-uater, bij eventuele uitbreiding van het raadhuis, kan de bouw van een grotere ruimte worden bekeken. Voorlopig zal de controle geschieden zoals in het rapport van de afdeling financien uitvoerig en duidelijk is aangegeven, en waarvan hij zeer zeker directe, gunstige resultaten verwacht. Nadat de heer Feskens op diens vragen nog enkele inlichtingen zijn gegeven van meer practische aard, wordt het 'voorstel van E en W overeenkomstig het advies der commissie voor de financien, met algemene stemmen aangenmen en besloten tot invoeren*ener magazijn administratie en aan gedeputeerd**/ staten machtiging te vragen tot het doen der daaraan verbonden uitgaven. 14.Voorstel van •burgemeester en Wethouders met advies der commissie voor de financien tot vaststeling ener verordening op de heffing-van straatbelasting. De Voorzitter luidt dit voorstel in met de opmerking, dat de gemeente noodlijdend is en als zodanig het heffen van belastingen aan ministeriele vooschrlften is geboeiden. Een van deze eisen is het absoluut minimum bedrag der totale opbrengst van de straat belasting, dat neerkomt op heffing van 6der belastbare opbrengst voor de gebouwde eigendommen en yjo voor de ongebouwde percelen. Aan deze eis is niet te ontkomen, ^itgezien is echter naar een billijke verdeling der belasting en deze meenden B en W srevonden~te hebben door invoering van de in het aangeboden concept genoemde tarieven. 17192 1 V

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 140