c
a
255
huize te voorkomen, had hij de bewuste persoon toege
vend. zodra de beslissing van B en W bekend was,
hem deze mede te delen. Dit heeft hij (wethouder
van Steen) dan ook gedaan en ook hij ziet er geen
bezwaar of kwaad in een beslissing van het college,
dat toch onmiddellijk zou worden bekend gemaakt,
enige ogenblikken eerder mede te delen.
Feskens verklaart het niet eens te zijn
fetdê^"?ïi^ijze, waarop de Voorzitter antwoordt,
het niet eens te zijn met de woorden van de heer
F 6 sk ©Tl s
De heer Presens licht de zo juist besproken woning
kwestie toe. Hij duidt aan, dat de taak der woning
noodcommissie een zeer ondankbare taak is, waarbij
over- en weer harde woorden vallen en het publiek
steeds direct klaar staat met zijn vaak toomloze
critiek. Valt nu de beslissing van B en H niet uit
naar genoegen van een belanghebbende, en komt hem
deze eerder ter oore dan aan de woningnoodcommissie,
dan kan deze geen afdoende antwoord ge&eir. En dit
nu -aldus deze spreker- heeft de commissie wrevelig
SfhïÏÏr Feskens houdt vol dat het verkeerd is dat
dergelijke beslissingen niet eerder aan de commissie
worden medegedeeld. Op die manier -zegt hij-
wordt niet met maar naast elkaar gewerkt.
n«» heer Vissers spreekt de hoop uit, dat in den
zoveel' mogelijk rekening wordt gehouden
met Het door de commissie gegeven advies,waardoor
naar ziln mening veel oppositie kan worden voorkomen.
De 'heer Pils memoreert dat in de vorige vergadering
Ts besloten tot herstel van de gemeente toren en
vraagt, wanneer de klokken daarin zullen terugkeren.
De voorzitter zggt, dat men daarvoor in de zeer
verre toekomst moet blikkeü en deze voorlopig tot de
vrome wensen zullen blijven behoren. De fétastische
som van ongeveer f.10.000 per klok en de noodelijdend
heid der gemeente hebben hieraan de grootste schuld.
De heer Dresens haalt aan de in deze vergadering
gevoerde besprekingen over de vleeskeuringsdienst en
over de dé volksgezondheid dreigende gevaren en wijst
in verband daarmede op de sloot, gelegen tussen het
huis van van der Made en de woning van van Rei jen
in de Bredase Baan. Deze verkeert in zodanige toe
stand -volgens spreker- dat hij de volksgezondheid
inderdaad geweld aandoet, vooral in de zomer, en
speciaal in deze zeer warme zomer. De verpotende
atmosfeer die hij verspreidt is biflna ondragelijk.
De voorzitter zegt toe in de commissie voor de wegen
en wateileidingen deze sloot te zullen befcijken.
Pp heer Feskens valt de heer Dresens bij en wijst
op dergelijke toestanden te Leur en vraagt hoe het
mgt de ontwateringsplannen aldaar staat.
Da heer Plis zegt dat hij de laatste tijd veel heeft
horen praten over een procedure tegen Hendrikx te
Leur in zake een woning kwestie en vraagt of de
burgemeester hier als rijks- dan wel als gemeente
orgaan oDtreedt.
De voorzitter antwoordt deze spreker, verwijzend
naar het oude staatstrechtdat hij als rijksorgaan
17192 1
V