CP 25k h) Bericht van Ged. Staten van Noordbrabant fid. Juli 19^7 G 9é8, houdende mededeling, dat geen bezwaar bestaat tegen het doen van de kapitaals uitgave ad f.1397 en f.1112.- voor herstel van resp. de politie woningen het politie bureau te Leur. De voorzitter stelt voor dit schrijven voor kennis geving aan te nemen. Daartoe wordt met algemene stemmen besloten. De voorzitter doet nog mededeling, dat de commissi» Oud tot herziening der financiële Verhouding tussen riik en gemeente een ontwerp noodregeling voor -laren 194-8-1950 aan de regering heeft aangeboden, hetwelk groetere uitkeringen aan de gemeenten tot p-evolf zal hebben, met direct gevolg voor de Gemeente Etten en Leur dat zij naar alle waarschijn- fiXhSld en met enige reserve, in 19*8 uit hare noodlijdendheid zal zijn verlost. Hii meende goed te doen de raad reeds nu met deze verblijdende gebeurtenis in kennis te stellen. ?7tNiet aan de orde ..j^ejl^de_zakenL hPPr Feskens zegt dat het hem niet heeft ver- ""wnnderd dat~de burgemeester met vacant ie enige tijd afwezig is geweest. Dat is zijn goed recht en wordt hem dit verlof van harte gegund. Wel stond hij ver baasd te vernemen, dat ook de gemeente-secretaris terelilkertijd met verlof was gegaan. Dit nu is vnlrens hem onverantwoordelijk en getuigt van gemis aan plichtsgevoel. Bij iedere ambtenaar -hoog of laag behoort bij de uitoefening van zijn functie het algemeen belang voor alles te gaan, en dient niet alleen gewerkt te worden uitsluitend voor het daaraan verbonden salaris. Op de tweede plaats meent hij een opmerking te moeten maken over het naar buiten bekend maken van hetgeen in de vergaderingen van burgemeester en wet houders is besproken. Met name noemt hij wethouder van Steen, als degene, die zich naar zijn mening daaraan heeft schuldig gemaakt en wel voor het geval wonAngaanwi j zing" De voorzitter antwoordt deze spreker met de opmerking, dat niet de secretaris, doch het college van B en W zijn verwijt treft, daar zij het verlof aan de secretaris hebben toegestaan en deze dus vrij uitgaat B en W menen in de loco secretaris een persoon te hebben, die alleszins voor zijn taak berekend is en dus het gevraagde verlof kon worden toegestaan, zonde dat voor stagnatie in de dienst behoeft^ te worden gevreesd. Wat betreft zijn opmerking aan het adres van wet houder van Steen, is hij van mening, dat er geen bezwaar bestaat tegen het mededelen van door het college genomen beslissingen daar deze toch aanstonds aan belanghebbenden moeten worden doorgegeven. Wethouder van Steen voegt daaeaan toe, dat de door de heer feskens bedoelde bekendmaking waarschijnlijk duidt op een beslissing van B en W over toewijzing ener woning, waarvoor belanghebbende bij hem herhaald malen had geïnformeerd. Om nodeloze bezoeken te zijnei s- 17192 1

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 128