e o 33^ iPtVooretel van Burgemeester en Wethouders met der feommissie voor het marktwezen tot verplaatsing van de kermisdata te Leur naar de tweede Zondag in de maand October. De kermis te Leur -aldus de Voorzitter- floreert niet De oorzaak hiervan wordt gezocht in het feit, dat de kermis te Leur onmiddellijk volgt op die van Etten, zodat dus de beurzen der Leurenaren te licht zijn geworden voor verdere kermisviasring in eigen dorp. De suggestie werd van diverse zijden aan de hand gedaan om de kermissen te houden met een aanzien lijke tussenruimte. Ofe niet inconflict te komen met naburige gemeenten, werd naar de aldaar ge bruikelijk kermisdatums geïnformeerd. Als resultaat van dat onderzoek kon de tweede Zondag van October als de meest geschikte kermisdatum voor Leur worden aangewezen, en zou zulks bij wijze van ppoef in 194-8 voor het eerst moeten pliats hebben. Dfi heer Vissers juicht het voorstel van B en W ten zeerste toe. Ook hij acht de oorzaken van het minder druk bezoek der Deurse kermis dezelfde als die van de Voorzitter en meent dat de proef wel zal slagen» te meer daar ook vroeger de kermis in die tijd werd gehouden en toen op een drukker bezoek fenn bogen# Na nog enige opmerkingen van de heren Presens en Braat wordt het aangeboden besluit tot vaststelling- van de kermisdata voor Leur op de 2de Zondag en de daarop volgende Maan-, Dins- en Woensdag der maand October met algemene stemmen vastgesteld. 13.Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast stelling der verordening ex artikel 4- der Woonruimte- wet 19^7 De Voorzitter licht toe dat deze verordening binnen 3 maanden na inwerking treding der Woonruïmtewet 194-7 behoort te worden vastgesteld, dus voor 1 Jan, 19^8. Da heer Feskens spreekt de hoop uit, dat deze ver- ordening -wanneer nodig- zal worden toegepast,waar na zij met algemene stemmen wordt vastgesteld, 1 4-, Voor stel van Burgemeester e.n Wethouders mat der commissie voor de financien,tot het voteren van een bedrag ter berstrijding van ratten. De Voorzitter merkt op, dat klaarblijkelijk een grote campagne voor ratten bestrijding op touw wordt gezet Gedeputeerde Staten verzoeken hiervoor de medewerking der gemeenten en zeggen bij voorbaat toe de daaruit voortvloeiende kosten te zullen goedkeuren voor de noodlijdende gemeenten. Deze kosten worden geschat oo ongeveer f.1500; n.l. f.750.- voor de betrijd-eings middelen en het resterend bedrag moet worden besèemd voor de lonen der gemeente arbeiders die met de werk zaamheden zullen worden belast. De strijd tegen het'"* ongedierte moet zoveel mogelijk door vrijwilligere plaat8 hebben. De bebouwde kom zal de gemeente ar beiders voor hun rekening te bewerken krijgen; de buitenwijken, waarin meest boerderijen en land arbeider swoningen voorkomen, zullen door de vrijwin^ gers. hoofdzakelijk bestaande uit jonge boeren, onder handen moeten worden genomen. N-s- 17192

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1947 | | pagina 109