f n. s. 17192 1 74 eaat er hier om hoeveel menschen we noodig hebben, over de toeslag regaling in een afzonderlijk besluit enz. Wanneer het ging om de salarissen der arbeiders zou de Bond zeer zeker zijn gehoord. Haar zijn meening hebben de arbeiders er niet het minste nadoel bi j of daze toelage regeling in een verorde ning, dan wel bij afzonderlijk besluit wordt St'l"iddFeskens is het niet eens met de meaning van den voorzitter. Naar zijn oordeel had men wel degelijk gebruik moeten maken van een advies van dan Bond met zijn vele ervaring en ondervindg, ook op technisch gebied. Hii wil verder terugkomen op het rapport van de Commissie voor de Finantiën. Met den inhoud daarvan is hij het niet eens. De opmerking betreffende de_ groep arbeiders van den reinigingsdienst vindu hij zeer pijnlijk en grievend. Met klem komt hij hier tegen op. Hij heeft te lang met doze menschen omgang g^shad om niet voor hen in de bre3 te springen. Het personeel van dezen dienst is de meest beklagenswaardigede neest becritisearde groep van beambten. Dagelijks wordt zij door ruim 11000 menschen fospionneerd en gadegeslagen en wanneer een van hem zich een oogenblik uit een langdurige gebukte houding opricht, wordt dit aanstonds door "luieren" aangemerkt. Deze menschen zijn ook geen automaten en dienen gedurende hun werk zich even te kunnen herstellen van vermoeidheid, zonder dat hieraan een verkeerd© en onjuist© betaekenis wordt geg©van. Hij verwijt wethouder van Steen, dat deze niet tegen de uitlating der commissie heeft geprotesteerd. Het lid van Pomoel vindt de woorden van den heer Feskens sterk overdreven. In de Commissie voor da Financiën is niet beweerd dat de bedoelde menschen geen plichtsbetrachtig hebben. Men is voor een goede salarieering, doch daarvoor dient ook iets geleverd te worden en over deze prestatie nu is in de Oomnissie gesproken. Na nog eenig heen en weer gepraat, waarbij de heer van Poppel den heer F©skens verwijt, dat hij langs de eigenlijke kwestie heenpraat, sluit de Voor zitter deze discussie, daar zij het feitelijke onderwerp niet neer raakt, en stelt voor de concept wijziging3 verordening vast te stellen waartoe met algemeens stemmen wordt besloten .De Voorzitter zegde het lid jreskens toe, dat de Bond hiermede in kennis zal worden gesteld. Ie.Aanvullende begrooting Herstel Raadhuis. De Voorzitter deelt mede, dat later de noodzakelijk heid is gebleken van het verplaatsen van den zoldertrap op de eerste verdieping van het raadhuis, en de veranderingen die daaruit voortvloeien. De werkzaamheden zijno.m. het maken van een muurtje naar den zoldertreap wat het aanzien ter plaatse zeer zal verfraaien. Misschien-vervolgt spreker- is formeel dit aanvallend crediet-verzoek niet noodig, doch B en W kunnen dan geen verwijt treffen dat zij de beggooting hebben overschreden. Met algemeens stemmen wordt het gevraagde crediet verleend.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1946 | | pagina 86