Sb Hii vraagt verder de leden of zij mogelijk een arderen vergaderdag dan Donderdag wenschenaoch de Raad heeft hiervoor geen bijzondere voorkeur, mits het maar niet op een zaterdag, doch wel des avonds is. De Voorzittermerkt op dat uit de hi©iVOor gevoerde discussie gebleicen is dat het overgroots deel van den Raad voor avondzitting is. Hij is voornemens eens per maand deRaad bijeen te roepen en zal dan met de geuite wenschen rensning ■^uden. Hierna vraagt en verkrijgt het lid vissers het woord. Deze zegt dan, dat in deze gemeente een massa ongeschoolde arbeiders wonen. In Breda wordt momenteel een cursus gegeven voor omscholing van dergelijke personen tot bouv/vakaros^ders» De duurvan dezen cursus bedraagt 3 a 4 maanden. Na afloop van den leertijd worden de cursisten bij een patroon geplaatst. Zij verdienen dan aanvankelijk niet het volle uurloon, doch de Minister van Sociale Zaken betaalt het ont- N brekende bij in den vorm van het z.g.Overbruggings- geld. Deze Overbruggingstoelage is verschillend voor gehuwden en onge huwden j de juiste oeciragen zijn hem niet bekend, doch Burgemeester en Wet houders zouden de juiste inlichtingen kunnen vragen» en het resultaat daarvan in een volgende vergadering, of zoo noodig nog eerder, mede té deelen. De Voorzitter zegde toe het gevraagds onder zoek in te stellen. Naar hij meent zijn hiervoor de Arbeidsbureaus aangewezen, Hetlid Vissers gaat verder mst de medeeling dat te Eindhoven reeds een dergeli jke cursus bestaat en zou het misschien wel moeilijk zijn daar eens een kijkje te gaan nemen.j Het lid Feskens wi.ist der vorigen spreker er op dat de gemeente vroeger reeds stappen heeft gedaan en het dus geen nieuwtje meer is. Doch de door den heer Vissers aangeduide menschen hebben geen interesse voor deze omscholing, waarop het lid Vissers antwoordt dat het bedoelde menschen finantieel$ni©t convenieert, daar de Overbruggings toelage te klein is. De Voorzitter sluit deze discussie met de toe zegging dat hij de zaak zal onderzoeken. Na deze sprekers krijgt het lid Presens hst woord, Hij zegt met veel genoegen in het verslag van den scheidenden raad diverse punten de Volksgezondheid en de scholen betreffende, te hebben gelezen. Kortelings hesft hij vernomen dat een klas uit deze gemeente naar Breda was gezonden voor door lichting op t.b.c. Bij dit onderzoek bleken 3 scholieren met t.b.c. besmet te zijn. Ligt het niet op onzen weg, zoo vraagt hij, om alle kinderen met het onderwijzend personeel aan een dergelijk onderzoek te onderwerpen? t

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1946 | | pagina 74