52-4 alle besluiten en maatregelen open oog en oor hadden voor de omstandigheden waarin de administratie verkeerde. Hun taak wordt thans voor een groot gedeelte overgenomen door den gemeenteraad, doch hun ijveren voor een goede administratie zal blijvende waardeering genieten. Persoonlijk dankt hij het Ooilege van Burgemeester en Wethouders voor de wijze, waarop zij hem in de voortzetting van zijn afgebroken studieplannen hebben gemeend door het toekennen van studieverlof behulpzaam te moeten zijn. Aan de leden van den raad brengt hij hartelijk dank voor de clementie, die zij te zijnen onzichte hebben gebruikt, indien niet aan al hunne wenschen volledig kon worden tegemoet gekomen. Hij van zijn kant heeft er steeds voor geijverd hun verlangen zooveel mogelijk te voorkomen. Tenslotte schenkt hij de geheele vergadering de overtuiging dat een vaste wil naar zoo volledig mogelijke behartiging der gemeente belangen in de afgeloopen periode heeft voorge- zeten^ terwijl in de toekomst die vaste wil zal blijven bestaan. De Voorzitter brengt vervolgens aan de orde: De notulen van de vergadering van 11 Juli 19^6. Het lid Luiiten deelt mede nog geen inzage te hebben genèmen van de notulen en vroeg aahhouding tot een volgende vergadering. De Voorzitter achtte^iet gewenscht om reden de nieuwe raad deze dan zou hebben vast te stellen. Wethouder van de Riet vraagt voorlezing der notulen en wel speciaal over het punt grond aankoop van het St.Elisabethsgesticht De Voorzitter zegt dat met het St.Elisabeths gesticht volledige overeenstemming is ver kregen in zake den grondaankoop, desgewenscht zal hij dit bij renvooi in de notulen van de raadsvergadering van l6 Juli jl. tot uitdrukking brengen. De vergadering ging hiermede accoord. Het lid J.Pertiis deelt mede, dat zijn convo catiebiljet hem laat heeft bereikt, waarop de secretaris te kennen gaf, dat de convocaties op Woensdag 31 Juli jl. reeds per post per secretarie werden verzonden. Onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw benoemde raadsleden. De Voorzitter wijst tot leden der commissie van onderzoek aan de heeren: P.J.Dirven, A.F.C.M.Braat en B.Vissers, die alle hunne benoeming aanvaarden. Tijdens het onderzoek wrrdt de vergadering een oogenblik geschorst.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1946 | | pagina 59