VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
51
op ifean da9 5 Augustus des
na middags ty- uur.
1. De Voorzitter opent de vergadering met het
openingsgebed en heet vervolgens de leden
hartelijk welkom op deze laatste bijeenkomst
die de tijdelijke raad voor zijn heengaan houdt.
Hij wensohte vervolgens den heer Nooijens
van harte geluk met de gevallen beslissing,
waardoor hij zijn ambt als gemeente-secretaris
wederom heeft kunnen aanvaarden en spreekt de
hoop uit, dat hij zijn werk tot aller tevreden
heid zal mogen vervullen.
Spreker wendt zich vervolgens tot den
waarnemend gemeente—secretaris, die hij in deze
afscheidsvergadering heeft uitgenoodigd, waarmede
naar hij hoopt, de raad zich zal kunnen
vereenigen. Hij brengt hulde voor de wijze
waarop de heer Krens zijn taak als waarnemend
secretaris heeft verricht, een taak, die
begonnen moest worden met onvoldoende personeel,
terwijl het werk zich ophoopte door de vele
nieuwe wetten, besluiten en voorschriften die
het maatschappelijk herstel met zich bracht.
Hij wijst vervolgens op tal van nieuwe
verordeningen en regelingen voor gemeente en
secretarie met zijn afdeelingen, die onder zijn
kundige leiding werden ontworpen. Spreker heeft
groote waardeering voor diens werk en brengt
hem persoonlijk en in het bijzonder namens den
Raad hartelijk dank voor z$jn betoonden ijver
en getrouwe plichtsbetrachting.
Hierna verleent de Voorzitter het woord aan den
waarnemend gemeente-secretaris.
Deze wijst de dank, hem door den Voorzitter
namens de beide colleges gebracht, voor het
grootste gedeelte terug naar het ambtenarencorps
dat in voorbeeldige samenwerking zijn taak onder
moeilijke omstandigheden op loffelijke wijze
heeft vervuld. Zonder aanspraak te maken op eenige
extra vergoeding hebben «ij gedurende maanden
vrijwillig overgewerkt om de belangen der
gemeente te dienen.
Persoonlijk brengt hij dan den Voorzitter dank
voor de hartelijke woorden van waardeering, welke
deze aan zijn adres heeft gericht. Meer nog dankt
hij hem voor de prettige samenwerking welke hij
in de afgeloopen maanden van den Voorzitter heeft
mogen ondervinden. Diens volledige begrip van
de moeilijkheden, waarmede de administratie
voortdurend te kampen heeft gehad en diens
waardeering voor onder moeilijke omstandigheden
vervaardigd werkefc hebben het mogelijk gemaakt
met inspanning van alle krachten te blijven
ijveren in het belang van de gemeente.
Aan de beide wethouders in het college van
Burgemeester en Wethouders past een bijzonder
woord van dank voor de wijze, waarop ook zij bij