f)
49
De Voorzitter antwoordt dat het betrekkelijke
proces-verbaal niet de daarbijgovoegde inventaris—
lijsten voor êe leden ter inzage ligt.
Het lid Var.tneu.len vraagt naar den stand van za
ken met betrekking tot de teekenschool.
De Voorzitter antwoordt dat hij van meening was
dat hiervoor een advertentie was ge plaats i. i±e tlq
Vermeulen zegt deze niet te bëoben gezien.
De Voorzitter zegt toe zich met den^ v oo.rziier
vatihet Bestuur der Teekenschool in verbino..;.ng te zul
len stellen.
Met betrekking tot de lokalen,waarin dic^onuer—
wijs eventueel zou kunnen worden gegeven vesuigt he
lid Vermeulen de aandacht op het voormalige v v ,o--ra
toor,waarop de Voorzitter antwoordt dat dic onlangs
is verhuurd aan de stikkerij-afdaeling van een schoe
fabriek. Bovendien zou het besbhikbaarstellen van
het beoogde gebouw voor het teekenonderwijs een erg
improductieve bestemming zijn, eze aangelegenheid
zal echter wel opgelost worden,indien het maer een
maal zoover is dat dit onderwijs weer zal women ge
geven.
Het lid van den Bemt verzoekt toezicht uit te
oefenen op de naleving der maximum-sn&lheidin ue
bebouwde kom. Vooral de onderwijzers ondervinden
daarvan zeer veel hinder bij het naar huis brengen
der schoolkinderen.
De Voorzitter repliceert dat dit een zaav is die
de Rijkspolitie aanbelangt. Hij zal echter moeite
doen om deze op het genoemde euvel te doen toezien.
Wat het naar huis brengen der schoolkinderen
door de onderwijzers betreft heeft hij persoonlijk
opgemerkt dat zij hierbij zelf niet bedachtzaam ge
noeg tewerlcgaan. Zij steken met de kinderen in lange
rij de weg over en komen zoodoende wel eens in moei
lijkheden.
Het lid van den Bemt heeft ook opgemerkt dat het
bord aan Het magazijn van de had. van Iarssel,hetwer
dan u-bocht aanduidtniet voldoende duidelijk meer
is,terwijl het misschien aanbeveling verdient dit
des avonds en des nachts te doen verlichten.
De Voorzitter is van meening dat dit een kwestie
is,die de Rijkswaterstaat raakt. Waarschijnlijk is
ook het bord bij hen in onderhoud. Desondanks wil
hij met genoegen van gemeente-wege laten zorgen voor
het opknappen van dit verkeersteeken.
Het lid J.Partijs vraagt toezicht te doen uitoef
nen op het fietsen op trottoirs,hetwelk vooral op he
Moleneind aan de orde van den dag is. Het lid C.M.
Luijkx ziet dit voor een deel als gevolg van het
slechts fietspad op het Moleneind,
De Voorzitter zet in dit verband zijn plannen
met betrekking tot de verbetering van het Moleneind
uiteen. Hij zou den bestaanden weg willen handhaven,
de trottoirs zoodanig verleggen dat deze onmiddellijk
aan de fietspaden aan beide grenzen,zoodat de bestaa
de boompjes daar juist in vallen. Voorts zou hij den
bewoners elk een stuk grond onder voorwaarde van be
paalde beplanting willen afstaan,teneinde opdeze ma
niet op de minst kostbare en de meest effectieve wij
ze het Moleneind een behoorlijk aanzien te geven.
Op het fietsen op trottoirs zal hij doen toezien.