0
I
f-m
De Voorzitter geeft toe dat er toen door Burge
meester en wethouders een fout is gemaakt. Inplaats
van toen de vermoedelijke kosten te begrooten is mee
doorgegaan. Van toen af is de verbouwing het College
van Burgemeester en wethouders boven het hoofd gaan
groeien.
Toen is men duidelijk gaan inzien dat er een be
grooting van kosten diende te worden opgemaaktwaar
bij men zich beperkt heeft tot hetgeen onmiddellijk
noodzakelijk diende te worden verricht.
Men is hiermede lang niet aan het einde van de
wenschen:
a. De vloer in de hal is door Monumentenzorg als af
schuwelijk leelijk gekenmerkt en in overleg met
deze instelling zal dus een plan moeten worden ge
maakt om dit te verfraaien,
b. een toilet op de bovenverdieping is niet alleen
noodzakelijk voor de mensehen,die boven zijn,doei
bovendien wordt hiermede aan de familie van de con
cierge een nooduitgang gegeven. Hun huidige slaap-
tartrekken aan de achterzijde zijn slechts door mid
del van een houten trap te bereiken,hetgeen zeer ge
vaarlijk kan zijn ingeval vanbrand.
c. Het exterieur van het gemeentehuis dient te worde
verfraaid. Muren en ramen zijn ernstig verwaar
loosd en deze laatste bovendien zwaar beschadigd.
Het raadhuis staat op de lijst van monumenten. Vroe
gere teekeningen dèen zien dat de raamindeeling to
taal afwijkt van de oude. Ofck de voordeur schijnt
heel wat veranderingen te hbben ondergaan in den loq
der jaren. Ontrent dit geheel zal in overleg met Mo
numentenzorg een plan moeten worden ontworpen.
d. Verlichtings- en verwarmingsinstallatie voldoen
in geenerlei opzicht aan de eischen,welke daaraan
moeten worden gesteld. Ook hieromtrent zullen dus
voorzieningen moeten worden getrof en.
Terugkeerende naar de thans aan den raad voorge
legde begrooting geeft hij nogma ls tekennan dat het
niet was te voorzien dat deze noodvoorzieningen een
dergelijk groot bedrag zouden beloopen omdat het ge
heel het College van Burgemeester en wethouders over
het hoofd was gegroeid.
Het lid vaarteen vraagt hieromtrent hetwoord
en verklaart dat de commissie gan financiën heeft op
gemerkt dat zij de noodzakelijkheid van verandering
en niet hebben ontkend,doch dat zij protest aantee-
kenen tegen de handelwijze van Burgemeester vn wet
houders. De commissie meende dat hier de raad opzet
telijk was gepasseerd en hij is van meening dat men
open kaart dient te spelen en het college moet be-
oho uwen als een werkelijk orgaan, wa: raan plannen di<
nen te worden voorgelegd.
De Voorzitter antwoordt dat men werkelijk niet
moet meenen dat het college van B. en V/, 'hier de raac
bewust heeft willen voorbijgaan. B. en W, hebben nie
iet gevoelen gehad een en ander te doen buiten den
raad om teneinde hen. zoodoende voor een voldongen
feit te stellen. B, en hebben gehandeld in goed
vertrouwen tusschen de beide colleges. De moeilijkhe
den vinden voor een groot gedeelte hun grond in het
liet op het verwachte tijdstip gereed komen der ga
me e nt e -b egr o o t i ng 194-6. Men meende de cijfers daarin
te verwerken,zoodat de raad er vanzelf over zou kun-