m
lijkheid van asphaltaeren.
De Voorzitter antwoordt dat ooi: hij het noodig
heeft geoordeeld hiernaar informaties In te winnen.
Hij heeft zich reeds in verbinding gesteld met de
Firma van Fijck Petit. Dit overleg had tweeërlei
d oei:
1. Het Bestuur der St.Joseph-Heisjessch©®! heeft ee
verzoek ingediend tot asphalteering van het stok
keiweg,dat vésr de school is gelegen,teneinde de
hinder en het geraas voor de schoolkinderen zooveel
mogelijk te beperken.
2. De Voorzitter heeft toen tevens geïnformeerd naai
de moge lijkheid van asphalteering van alle wegen
tesamen.
Do Firma van Dijck Petit heeft toegezegd offerte
te zullen maken,al is do positie van het asphalt nu
niet bepaald gunstig te noemen.
Het lid van Steen dringt er op aan dat indien
toch een begin wordt gemaakt met verbetering van de
weg op Sint-V'illebrord gestreefd wordt naar oen vol
ledige verbetering ineens,teneinde ook do kosten zee
veel mogelijk te beperken.
De Voorzitter accepteert deze suggestie zeer
gaarne. Hij zegt dan ook toe alle mogelijke moeite
te zullen doen om de noodige klinkers,die ontbreken
om den weg geheel te verbeteren,z®© spoedig mogelijk
te krijgen. In afwachting daarvan kan hij ermee ac-
coord gaan dat het overblijvende gedeelte voorloopig
wordt gelaten voor wat het is.
Het lid van Vleuten wenscht zeer bijzondere aan
dacht te besteden aan de asphalteering vanbestalmde
wegen en dringt aan op een ernstig werken aan het
zoojuist bedoelde plan. Hij meent dat daarmede n.l.
een geheel ander urgentieplan zal samenvallen,aange
zien de bestaande weg,ook al is deze slecht,toch ge
voeglijk als onderlaag voor asphalteering dienen kan
Op deze wijze zou het misschien mogelijk zijn dat de'
weg te Sint-V'illebrord wordt gaasphalteerd,terwijl
de klinkers worden aangewend daar,waar nog geen ver
harding aanwezig is.
Het lid C.M.Luijkx vult nog aan dat klinkerwegen
Waarschijnlijk veel grootere onderhoudskosten vrago
Wethouder Beskens maant tot voorzichtigheid. De
technisch ambtenaar van den Provincialen Waterstaat
heeft als waarschuwend voorbeeld gewezen op den on
houdbaar slechten toestand waarin de wegen onder Hoe
ven zich bevinden. Deze ambtenaar heeft bestrating
met keiklinkers aanbevolen. Dg onderhoudskosten be
hoeven geen zorgen te baren,aangezien bij normaal ge
bruik dit onderhoud slechts éénmaal in de tien jaren
terugkeert.
Het lid %.rven wijst op de ohbillijkheid van
baatbelasting,waarop de Voorzitter repliceert dat hij
bij het bestudaeren van de nieuwe straat elasting-
verordening met het verdwijnen der baatbelasting zeea
zeker rekening zal houdcn,indien en voorzoover de mag
lijkheden daartoa openstaan.
Het lid Luijten heeft geen bezwaar tegen het weg
nemen der klinkers aan de Laaksche brag,doch zag
gaarne een toezegging omtrent harstrating met elders
litlcamende keien,daar dit toch wel van belang is voo
iet bereiken der landerijen. De Voorzitter doet deze
toezegging.
Met deze opmerking wordt echter een ander punt