O
De Voorzitteraatwoordt dat het au eenmaal onmoge
lijk is geweest in dezen tijdelijkan gemeente-raad
het uitbreidingsplan vast te stellen, .Dit vindt voor
namelijk zijn oorzaak in het eerst in April van dit
jaar toezenden der kaarten en plannen door den Plan
nologisohen dienst,
De vraag van liet lid Luijkx is mot betrekking
tot het hier aan de orde gestelde onderwerp te her
leiden tot het thans al of niet bouwen der woningen.
Omtrent deze laatste vraag is de raad unaniem
van oordeel dat in ieder geval van de geboden gele
genheid moet worden gebruik gemaakt.
Het lid van Vleuten meent dat de plaats der te
bouwen woningen wel heel ongelukkig gekozen is,voor-
zoover het althans Leur betreft. Hij zag deze liever
geplaatst midden in de kom aan de Haven,waar momen
teel slechtsenkele krotwoingon staan. Hij zou^het
erg toe juichen,indien aan de wijze der bebouwing te
Leur zeer bijzondere aandacht wordt besteed,aange
zien hij meent dat het daarmede momenteel allerbe
droevendst is gesteld.
Het lid Vissers verdedigt echter met vuur het
plan van Burgemeester en wethouders om de 4 urgen-
tiewoningen ta bouwen aan het Lichttorenhoofd. Hij
is zoover geinformeerd,dat het hom bekend is dat het
voornemen bestaat dezen weg op korten termijn te ver
breeden,hij meent zelfs tot een straat van lo meter
breedte.Indien met de plaatsing der 4 woningen reeas
iök<aai&§, «Oxa. met deze verbreede straat
en een volgende serie woningen zou worden gebouwd
vóór de noodwoningen,terwijl de weg aan de andere
zijde niet voor bebouwing zal worden bestemd,zoo kan
naar zijne meening een prachtige straat met goede
doorverbinding naar de overige wegen worden verkre
gen, terwijl bovendien de noodwoningen op deze wijze
automatisch binnen 10 jaar een bestemming tot schuur
of bergplaats zullen krijgen,Hij juicht de bebouwing
op deze plaats bijzonder toe.
Het lid van Steen onderschrijft de opmerkingen
van het lid Vissers,doch steunt het lid van Vleuten
in zijn voorstel tot krotopruiming en regeling der
bebouwing binnen de bebouwde kom ta Leur.
De Voorzitter zegt dat hij open oog heeft voor d
hier geschetste toestanden,doch het is noodzakelijk
een saneeringsplan op t. stellen,teneinde hierin s
stelselmatig verbetering te brengen. Met het uitbrei
dingsplan kan men terzake niets ondernemen.
Hot lid van Steen stelt de vraag of de woningen
niet zouden kunnen worden geplaatst op de plaats,
waar de woningen door oorlogsgeweld zijn vernield.
De Voorzitter antwoordt met de opmerking,dat dit
onmogelijk kan geschieden,zoolang niet definitief
bekend is welke plannen de Provinciale Waterstaat
beeft met betrekking tot den aanleg van hun hoofdlei
ding in het nieuwe ontwateringsplan.
Naar aanleiding van. de hier gemaakte opmerkingen
concludeert het lid G.Ivi.Luijk x dat het van het alien
grootste belang is het uitbreidingsplan met den mees-
ten spoed vast te stellen.
De Voorzitter deelt deze opmerking volkomen. Hot
lag in het voornemen het plan in dezen raadsvergade
ring te behandelen,doch na 4 weken ter-visie-ligging
zou de definitieve raad het opnieuw moeten behande
len, zoodat B. en V>, oordeelden dat evengoed kon wor-