30 i
-r
O
O
fl
gebaseerd.
De Voorzitter onderbreekt hier de discussieom
trent deze zijde van het vraagstuk,aangezien de ver
gadering zich hier in het eindelooze zou gaan verlie
zen.
Het lid van Peer vraagt welke criteria gelden voor
.iet toewijzen van een noodwoning. Is het juist dat
aan een echtpaar zonder kinderen een noodwoning is
verhuurd? Is het voorts juist.dat de woningen in
een zeer slecht afgewerkten staat verkeeren?
Wethouder Feskens antwoordt dat de woningen nor
maal aan gezinnen met 2-5 kinderen worden toege
wezen. Het geval,door den Heer van Peer aangeduid
berust op een vergissing,welke in de practijk is be
gaan. In werkelijkheid was dit geval goed behandeld,1
doch het is anders geloopen dan bedoeld was. Ten
slotte ligt de oorzaak van het niet afgewerkt zijn
der woningen bij de huurders zelve, ^eze hebben
zoolang aangedrongen op het betrekken der woningen,
reeds lang voordat deze gereed waren,dat het gemeen
te-bestuur teneinde raad toestemming tot het betrek
ken heeft gegeven. Men hoopt thans echter met de af
perking spoedig gereed te kunnen zijn.
Het lid Vissers blijft zijn ontevredenheid betuigen
met het feit dat de raad niat in dezen bouw gekend
wordt.
De Voorzitter antwoordt dat hij in de vorige vergade
ring mededeeling van den stand van zaken heeft ge
daan onder vermelding van het aantal woningen,dat
zal worden gebouwd en den vermoedelijken prijs per
woning. Toen heeft geen der leden daaromtrent nadere
uitleg verzocht. Omdat inderdaad geen nadere gegeve®,
bekend waren -noch thans zijn- acht de Voorzitter
zich van zijn verplichtingen ten opzichte van den
raad ontslagen.
Het lid luijten vraagt nog of particulieren kunnen
bouwen,waarop de Voorzitter antwoordt,dat zij,die
daarvoor in de gelegenheid zijn gesteld,zich later
allen hebben teruggetrokken.
Het lid Vissers dringt vervolgens aan op het nemen
van maatregelen teneinde de Leursche Haven zoodanig
te verbeteren dat de scheepvaart ongestremd kan door
gang vinden en dat de stank,die de haven verspreid,
althans beperkt wordt.
De Voorzitter antwoordt hierop dat het hem tot zijn
spijt niet mogelijk is aanzienlijke kosten te maken,
nu de pèèntien tot verlegging van de haven in zoo ver
gevorderden ataat van voorbereiding verkeeren. Als
men het goed wil doen,zal het object groote kosten
met zich brengen,.hetgeen thans onverantwoord is.
Het lid Braat zag den gemeente-reinigingswagen graag
zoodanig ingericht,dat niet alle daarop geladen huis
vuil weer de straat opdwarrelt.
De Voorzitter antwoordt dat het gemeentebestuur in
onderhandeling is over een gesloten reinigingswagen,
doch dat in afwachting daarvan zal worden bezien of
de huidige vrachtwagen beter kan worden ingericht..
Het lid Braat vraagt vervolgens of de gemeente in
vloed kan uitoefenen op de scholing,c.q.herscholing
of opleiding tot een of ander vak van arbeiders.