o-1 25 4 7. De Voorzitter zet uiteen dat het College van B. en W. met de commissie van Financiën van oordeel is dat seen bezwaar kan bestaan tegen, tiet door Ged. Staten ingezonden voorstel tot jaarwedde-verhooging voor gemeente-secretarissen en ontvangers. De verhop gingen reiken mei veiüei dan die,welke voor het rijks- en gemeente-personeel reeds geruimen tijd zijr ingevoerd De vergadering kan zich met de zienswijze van de beide colleges volkomen vereenigen en besluit geen bezwaren bij Gedeputeerde Staten in te dienen, 8. De Voorzitter licht toe dat Burgemeester en wet houders toevalligerwijze kennis kregen van het door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland gehuldig de standpunt ten aanzien wan het bedrag van het pre sentiegeld voor de gemeente-raad sleden. Tegelijker- tijd met deze kennisgeving werd ook het standpunt van den Minister vanwBinnenlandsche Zaken kenbaar gemaakt. Dit laatste staat derhalve vast,zoodat de êenive-overblijvende vr^ag is,welke opvatting Gede puteerde Staten dezer Provincie te dien aanzien zul len huldigen. Het College van B, en W. is van meening dat het j presentiegeld tot het maximum-bedrag ad F 5,-- nog slechts een tegemoetkoming kan beteekenen voor de derving van inkometen gedurende een halven dag. Het meende den raad te moeten voorstellen een daartoe- strekkend voorstel aan Gedeputeerde Staten igc te zen.' den. Aan het bedrag voor het presentiegeld van leden, van raadscommissies is tegelijkertijd aandacht be-_ steed. Hier behoort een bedrag van F 2,50 als billij ke waardeering voor de door de leden gepresteerde ar beid wenschelijk geacht. De vergadering betoont haar instemming het medege deelde en besluit zonder t^t inzending van het ontworpen voorstel aan Gedeputeerde Staten. 9. De Voorzitter licht toe dat de Minister van Bin» nenlandsche Zaken geen bezwaar heeft tegen de toe kenning van een presaatiegeld ad F 6,-- aan leden vsi stembureaux voor de aanstaande verkiezingen. De raad kan dit bedrag zelf vaststellen,waartoe een concept besluit wordt aangeboden. Als het lid van Peer nog sen vraag stelt inzake de mogelijkheid van verstrek king van kindertoelageantwoordt de Voorzitter dat d iet bedrag ad F 6,"als uiterst maximum moet worden leschikt; bovendien is het geen loon,doch slechts eer ;egemoet koming. Hierna besluit de vergadering tot aast s-t el ling ven iet aangeboden ontwerp-besluit LQ. De Voorzitter zet uiteen dat hij oorspronkelijk de opvatting was toegedaan dat de centrale Rijks filmkeuring werkte met pseitieve normen. Onlangs is ïchter gebleken dat deze normen zich in zuiver nega tieve richting bewegen. Een dergelijke werkwijze wil hem voorkomen zeer onbevredigend te zijn. Dat dit een algemeen gevoelen moet zijn geweest bewijst naar zijp meening de oprichting der vereeniging voor zuidelijke nakeuring. 'ueze vereeniging is wettig en erkend. Zij heeft de instemming van den wetgever en geniet erken ning door den _T Ned. g^oscoopbond

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1946 | | pagina 27