18 4
O
O
Het lid Braat vestigt de aandacht op het verschil
tusschen Rijksweg Bredasche Baan en Roosendaalsche
weg.
Aan het laatste gedeelte bevindt zich een boven-
grondsch net van et G.E.B,terwijl rioleering daa:t
ontbreekt,in tegenstelling met het eerstgenoemde ge
y deelte. Hij wenscht te vernemen of hier plannen
tot verbetering bestaan.
Bethouder Feskens deelt mede dat ook dit onder
deel uitmaakt van het uitbreidingsplan,waarin een
algeheels herziening van de rioleering is opgenoraec
Ban zal ook de Roosendaalsche weg aan beide zijden
rioleering krijgen.
Be Heer Braat betoogt dat,hoewel hijzelf belang
hebbende is,zijn vraag bedoelt op te komen voor Öe
belangen van de bewoners aan dit gedeelte van den
Rijksweg.
Ook de Yoorzitter zegt toe dat in het groote rio-
leeringsplan met de belangen van den Roosendaalscha
weg rekening zal worden gehouden.
Het lid Vermeulen wenscht te vernemen of de ver
plichting bestaat tot aansluiting op een van gemeen,
tewege aangelegd riool. Hij is van meening dat dit
momenteel niet het geval is.
Be Voorzitter antwoordt dat,hoewel deze verplich
ting momenteel niet bestaat,het zeer zeker in. de to
komst verplichtend gesteld zal worden,teneinde te
waarborgen dat de gemeente geen groote kosten onren;
dabei maken zal.
Het lid van Peer hekelt de toestanden op het Et-
tensche gedeelte van Sint-Villbeord
Geen wegen,geen rioleering,geen verlichting,een
volkomen verwaarloosde toestand.
Wethouder Feskens zet uiteen dat de plannen in
1940 geheel gereed waren,zoowel het rioL'wrings-
als het wegenplan.
Het lid Vissers onderschrijft dit.
Be Voorzitter zegt toe met alle middelen te zul
len streven naar verbetering.
Het lid van Steen zegt vervolgens dank voor het in
behandeling nemen van het subsidie-verzoek van de
Beursche Harmonie Constantie.
Het lid Vissers wenscht overleg tusschen het gemeen
tebestuur* en het Burgerlijk Armbestuurteneinde te
komen tot een verhooging met 25f° van de uitkeerings-
normen aan ouden van dagen. Een verhooging van den
stennnorm. van 1940 komt h t n.l. uiterst wenscht
voor.
Be Voorzitter zegt toe terzake met het Burgerlijl
armbestuur in onderhandeling te treden.
Op de vraag van het lid Luijten of de Voorzitter
de brandstoffenpositie voor den winter van 1946 op
timistisch inziet krijgt deze ten antwoord dat thans
is gepubliceerd dat 15 eenheden zullen wor"en toege
wezen. Slaagt de verving van arbeiders voor de mij
nen,dan meent de Voorzitterzal deze toezeg ing ook
inderdaad werkelijkheid kunnen worden,
liet lid C.Ii.Luijkx wenscht te vernemen hoe het te
ver1 laren is dat destijds de grond van Prins moest
worden aangewezen voor den bouw van nooüwoningenjom-
dat